Thuis in Tynaarlo: Harm Katoele

Afbeelding
Foto:
Thuis in Tynaarlo

EELDE – Achter het Muziekinstrumentenmuseum in landgoed Vosbergen staat het spiksplinternieuwe Natuurhuis te shinen in de voorjaarzon. Voor de toegangsdeur liggen roosters, binnen liggen schoonloopmatten en in de hal van dit onderkomen voor natuureducatie en ontmoeting staan voor bezoekers slippers klaar. Maatregelen om slijtage van de kurkenvloer op de verdieping af te remmen. Harm Katoele, de huidige rentmeester van landgoed Vosbergen dat eigendom is van de Kraus-Groeneveld Stichting (KGS) ontvangt mij.

De wieg van Harm Katoele (1952) stond in Dalfsen, in de landstreek Salland. Zijn opa en oma van moederskant runnen er een veehouderij en opa is daarnaast varkenshandelaar. Opa en oma Katoele zijn keuterboeren in Nieuwleusen, Harms vader werkt voor de Heidemij ook mee aan grote landschapswerken, zoals het kanaliseren van de veelarmige Overijsselse Vecht. Die rivierarmen werden destijds gedempt om het rivierwater sneller af te kunnen voeren. “Mijn vader bracht heerlijke paling mee uit die schuilplaatsen”, vertelt Harm. Noaberschap is vanzelfsprekend en Harm krijgt christelijke waarden als geloven door daden, omzien naar elkaar en het rentmeesterschap met de paplepel ingegoten. Op de boerderij in Dalfsen moet de jonge Harm zich maar zien te vermaken: meehelpen, spelen met vriendjes van school of zelf op stap in de natuur. Harm verhuist als 14-jarige met zijn ouders naar een burgerwoning in Nieuwleusen en ontdekt op de mulo zijn talent om medeleerlingen te vertegenwoordigen en om sporttraining te geven. Na een voorbereidend jaar gaat Harm naar de hts-bouwkunde in Zwolle. Hij is de jongste leerling in het eerste studiejaar, maar sneeuwt er niet onder: hij blijft in Nieuwleusen wonen, is een jongen uit de streek en blijft goed bij zichzelf. In 1973 studeert Harm af, woont op z’n 21e al zelfstandig en is actief als sporter. Ondertussen krijgt hij verkering met Geeske, met wie hij later trouwt en vier kinderen krijgt.

Zijn militaire dienstplicht brengt hem naar Blerick (bij Venlo), waar hij opgeleid wordt tot drie-tonnerchauffeur. Aansluitend volgt de infanterie-opleiding in Harderwijk. Samen met twee maten runt Harm de kantine, met alles erop en eraan. “Met ons drieën waren we van 07.00 -24.00 uur verantwoordelijk voor de kantine, onze kantine,” glimlacht Harm. “Hier heb ik mensenkennis opgedaan en geleerd wat organiseren is.” Als zijn twee maten de dienst verlaten, vertrekt Harm ook en gaat hij in 1974 op de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente Vriezenveen werken. Omdat Harm graag meer verantwoordelijkheid wil dragen, vertrekken Harm en Geeske naar Beilen, waar hij van 1976-1990 ook hoofd wordt van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht. “Een prachtige leerperiode heb ik er gehad: er kwam een reorganisatie van gemeentelijk diensten op gang, waaraan ik actief heb meegewerkt. Ten tweede veranderde de aansturing door de sectorhoofden in teamwork. Dat wil zeggen dat het gemeentelijke beleid door teams met medewerkers uit meerdere vakgebieden op het gemeentehuis wordt uitgestippeld en uitgevoerd. Ten derde heb ik in 1984, samen met maatschappelijke organisaties, het kleine kernenbeleid opgezet, om de leefbaarheid van de dorpen en gehuchten te versterken. Draagvlak creëren gaat onder andere over bevordering van zelfwerkzaamheid van burgers, maar zeker ook over waardering voor particulier initiatief door het gemeentelijke bestuur.”

In 1990 solliciteert Harm naar de functie van sectorhoofd in de gemeente Eelde, waar op het gemeentehuis Gemeentewerken verknoopt is met de Algemene Zaken, Sport en Ruimtelijke Ordening. Er heerst een cultuur van aanpakken-met-elkaar en Harm is enthousiast over het sterke verenigingsleven en de vele particuliere initiatieven. In 1998 fuseren Eelde, Vries en Zuidlaren en raakt deze samenwerkingscultuur in Eelde tot ongenoegen van Harm in het slop. In 2000 verlaat Harm de gemeente en wordt hij organisatieadviseur bij een adviesbureau voor de publieke sector. Harm boekt hier blijvende resultaten door dieper in een organisatie te duiken en samen met betrokkenen projecten te ontwikkelen. In 2011 verlaat Harm het adviesbureau en gaat hij tot 2018 als zelfstandig adviseur verder.

Met de hulpgoederenprogramma’s voor Roemenië in de jaren 1994-2023 wordt Harm Katoele, gesteund door zijn gezin en meer dan honderd vrijwilligers een bekende Eelder. “Ik sta me er niet op voor, maar ik wil wel wat doen voor mensen in nood en daarvoor zet ik mijn talenten en mijn uitgebreide netwerk graag in.” Sinds Roemenië in 2005 lid is van de EU moet ook dit land voldoen aan de Europese standaarden en wordt de stichting in 2023 opgeheven. Harm zit ondertussen niet stil en is sinds 2017 rentmeester van het landgoed Vosbergen. Voor de continuïteit wordt samengewerkt met de imkervereniging Haren/Paterswolde, het muziekinstrumentenmuseum, het IVN, Landschapsbeheer Drenthe en de Rijksuniversiteit Groningen. “Minstens zo belangrijk is de grote vrijwilligersgroep die ons wekelijks komt helpen. Het zou fantastisch zijn als we er in slagen om dit landgoed in goede conditie over te dragen aan de volgende generatie.”

UIT DE KRANT