"Een Tour de France-renner neemt ook geen vouwfiets mee"

VRIES – Anne van Veen is een van de fanatieke wedstrijdvissers van Hengel Sport Vereniging Vries-Tynaarlo. Zijn hobby is wat uit de hand gelopen. De Vriezenaar- tevens wedstrijdsecretaris- gaat met een standaarduitrusting van een wedstrijdvisser op pad. De tijd van alleen maar een klapstoeltje en een bakje maden in het gras is voor hem voorbij.

De gehele uitrusting, standaard voor een wedstrijdvisser, komt op tafel. Nee, ligt door de hele kamer. Hengels van 13 meter bijvoorbeeld. En een kist op zes poten, die multifunctioneel is. Met een stuk of wat laden. Je kunt er comfortabel op zitten. En dan zijn er tal van hulpmiddelen voor diverse doeleinden. Zodat je bijvoorbeeld snel van soort hengel kunt wisselen. Wanneer het weer omslaat bijvoorbeeld. Het kost een paar centen (sommige uitrustingen 10.000 euro), maar dan heb je ook wat. Vooral gemak. Haken, van diverse formaten en dus voor elk soort vis, in een magnetisch doosje zodat ze er niet uitvallen. Lood, die je gedoseerd uit een potje kunt krijgen. En alleen al zeventig vistuigjes. Maar ook een digitale weegschaal. Anne van Veen legt alles bloot; kent geen geheimen. Zelfgemaakte voerkorven. Bizar zijn de lokmiddelen. Geurtjes zoals normaal vrouwen bij zich hebben. Maar niet allemaal lekker ruikend. Lever bijvoorbeeld. Sommige vissers geloven heilig in dat vissen hier voor vallen. Van Veen heeft maar enkele geurtjes. "Er zijn vissers bij die vijftig soorten meenemen", weet hij. "Het is maar net hoe ver je er in gaat". Maden in een doosje? Vergeet het maar. Daarvoor is een ‘cupset’, die je gewoon aan je hengel bindt. Anne van Veen gaat nog een tijdje door. Alsof je een ingewikkelde tent opzet met allerlei bijtenten en voortenten. Maar of je er meer vis mee vangt? "Het is wel zo, hoe meer je vist hoe beter. Je hebt ze erbij die als de vis even niet bijt even bij de buurman gaan kijken of naar de vogels in de lucht. Dat heb ik ook wel gedaan. Nu zit ik vier uur strak naar een dobber te kijken". Er wordt wel gezegd dat er minder vis is. Beter: minder gevangen. Van Veen: "Vissen zijn slimmer geworden. Bij een wedstrijd wordt het startschot gegeven door middel van een toeter. Die vissen schijnen dan door te hebben dat er een wedstrijd begint. Ze happen niet zo snel. Feit is dat bij nachtwedstrijden vissen gretiger zijn. Naar mij mening is ’s morgens de beste tijd om te vissen. Maar het is ook heel plaatsgebonden. Ja, bij naderend onweer wil het ook beter. Maar dan ben ik weg. Door het carbon en aluminium zit je zo op een barbecue".

vrije viswedstrijden

Hoewel wordt geschreven dat vissen steeds populairder wordt loopt volgens Van Veen het aantal vissers terug. "Een van de oorzaken is de vrije viswedstrijden. Dat zijn wedstrijden waar prijzen mee te verdienen zijn. Ik heb zelf ook wel eens meegedaan. De reis naar zo’n verre wedstrijd kost alleen al 100 euro. En dan moet je 350 euro inleg betalen. Je kon 10.000 euro winnen. We werden derde. Toen hadden we helemaal niks". Ook HSV Vries-Tynaarlo heeft te maken met een daling in het aantal leden. Toch telt de club, die in 1950 in Tynaarlo werd opgericht en later samenging met ‘Het Baarsje’ uit Vries (vandaar de gecombineerde naam), nog altijd 320 leden. "Maar de meesten zijn alleen lid om de vergunning. Actieve wedstrijdvissers zijn er weinig. Zo’n veertig nog. Sinds 1997 vissen we ‘op nummer’, dat het vroegere ’tasjesvissen’ heeft vervangen. Tasjesvissen hield in: vrij vissen; iedereen ging overal heen en de vis werd doodgemaakt en daar had ik ook een hekel aan. De vis wordt nu teruggezet. Het vissen ‘op nummer’ wil zeggen: vissen op een aangewezen plek. Een van die plekken is het Noordwillemskanaal. Er wordt in competitieverband gevist, in verschillende klassen. Eerder had je een Ereklasse, A en B-klasse. Daar is nu nog een klasse van over. De wintercompetitie is pas gestopt. Te weinig animo. Je hebt nu nog een zomercompetitie en zomeravondcompetitie, die beiden gaan over tien wedstrijden. Ik ben een van de trouwste leden, die het minste aantal wedstrijden laat schieten. Ik probeer mensen zoveel mogelijk aan het water te krijgen. Een jeugdafdeling is er niet meer. We hebben ook ooit viscursussen gegeven op school. Dan kwamen ze aan met een palinghaak. Ik heb nog nooit een vis gevangen, zeiden ze dan. Er waren eerder ook wel jeugdviswedstrijden. Met na afloop patat. Nou, ze kwamen puur voor de patat". En dus rest de oudere garde die vist. "Het jongste lid is 24 jaar. Er is een speciale 55+afdeling. Ze vissen altijd op dinsdagmiddag. De oudste is de tachtig al gepasseerd maar is nog redelijk fanatiek". Van Veen is net even fanatieker. Er wordt gevist op voorns, brasem en ‘blij’. "Paling mag niet meer en snoekbaars niet in wedstrijdverband". Echte vissers gaan ook naar Ierland. En dus ook Anne van Veen. "Dan vis je echt tegen de top, zoals drievoudig wereldkampioen Bob Nut en de bondscoach van het Nederlandse visteam, Jan van Schendel". Even wat cijfers betreft Anne van Veen: in vijf uur tijd vierhonderd vissen. "Van de 164 personen die meededen ben ik vijfde geworden. Niet slecht voor een onbekende visser uit het Noorden. We hebben hier in het Noordwillemskanaal ook wel EK’s en WK’s gehad. Maar een klein deel komt daarvoor in aanmerking. Ik vis ook al 25 jaar in Denemarken waar we dan een week heengaan. Met vier mannen. Niet dat we er geen vrouwen bij willen hebben. Maar dat betekent dan ook de hele week vissen en daar hebben vrouwen niet zo’n belang bij. We hebben ook geen vrouwelijke leden, wel gehad, maar dat is lang geleden. Er werd wel eens gevraagd waarom ik op vakantie niet vis. Nou, met alleen een haakje ben je er nog niet. Want die moet ook weer uit de bek van de vis worden getrokken. En dan heb je voer nodig, verschillende dobbers, enz, enz". Kortom: een ‘standaard uitrusting’. Als je wat wilt vangen moet je ook het materiaal ervoor meenemen. "Een fietser die de Tour de France wil rijden neemt toch ook geen vouwfiets mee?".

Vissen met Anne van Veen 007