"Nederland is niet ‘onderwijsminded’"

ZUIDLAARDERVEEN – Cees Brauns heeft bijna veertig jaar in het onderwijs gewerkt. De inwoner van Zuidlaarderveen, die nog altijd naast de school woont, is in 2002 gestopt. Maar het onderwijs kan hij niet loslaten. "Ik blijf altijd schoolmeester".

Brauns staat niet meer voor de klas, maar volgt de ontwikkelingen in het onderwijs op de voet. En laat zijn hart spreken als we het over het onderwijs hebben. "Nederland is niet ‘onderwijsminded’", zegt Brauns over de huidige bezuinigingsmaatregelen in het onderwijs. "Bezuinigingen in het ‘passend onderwijs’ doen mij pijn. De kwaliteit van het onderwijs holt daarmee achteruit. In Scandinavië gaat het heel anders. Daar wordt veel meer aandacht besteed aan het onderwijs. Het vak van leraar is niet gemakkelijk en wordt ondergewaardeerd. Een leraar is nooit klaar. Dat de buitenwereld anders denkt en steeds de lange vakanties als eerste in de mond neemt is duidelijk, maar dan vraag ik me af waarom er een schreeuwend tekort is aan leraren. Mijn streven is altijd geweest om de kinderen uit het speciaal onderwijs te houden. Het speciaal onderwijs is niet slecht, integendeel. Daar zitten de ware leraren. Jammer is echter, dat kinderen binnen dit onderwijs een etiket krijgen die ze niet meer kwijt raken. Kinderen die moeite hebben met leren hebben intensieve begeleiding nodig. Tegenwoordig gaat van elke vijf kinderen er één naar het speciaal onderwijs, dat is te veel. Je hebt tegenwoordig ‘Interne Begeleiders’ op een basisschool, maar die hebben vaak geen extra opleiding gehad”. Eén van de etiketten waar Brauns op doelt is bijvoorbeeld ADHD. "Bij het afscheid van de school in het Sprookjeshof heb ik er iets over gezegd. ADHD lijkt wel een epidemie. Een beetje druk kind krijgt mijns inziens te snel het stempel op van ADHD. Nou, als er ooit een kind ADHD heeft ben ik dat zelf; ik zat vroeger in de hoogste boom. Maar ADHD is een hersenafwijking. Dat komt voor, maar niet in deze frequentie. Een “gewoon” kind beheerst zijn emoties beter. Een ADHD-patiënt kan dat in mindere mate. Maar een druk kind is geen patiënt". In het algemeen: "Er is in het verleden een hoop fout gegaan in het basisonderwijs. In 1985 werd de kleuterschool bij de lagere school gevoegd. Op zich prima. Maar het personeel dat een kleutersopleiding had mocht ook op de basisschool lesgeven en basisschoolleerkrachten mochten les gaan geven aan kleuters, terwijl de opleiding voor beide beroepen totaal verschillend was. Verder werd door een groot personeelstekort veel ‘zij-instromers’ gevraagd. Na een korte cursus werden ook deze mensen vakbekwaam bevonden".

geen volwassenen in zakformaat

De loopbaan van Brauns (geboren in Bellingwolde) begon in Veendam. "Het onderwijs is altijd mijn droom geweest. Vanaf het moment dat ik ‘zicht had op de wereld’. De basis lag in mijn eigen lagere schooltijd. Die is niet optimaal geweest. Een volwassene gaf daar op niet-kindvriendelijke manier les. Later kreeg ik er benul van dat ik het anders wilde doen. Op die school was het ‘duwen’ in plaats van hand geven en begeleiden. Als je de leerstof niet vlot genoeg onder de knie kon krijgen bleef je achter en was de kans groot om naar het BLO-onderwijs te worden gestuurd. Nog vroeger werden zelfs lijfelijke straffen uitgedeeld. Dat is gelukkig ten goede veranderd. We weten nu dat kinderen geen ‘volwassenen in zakformaat’ zijn . Zo ben ik tot mijn beroepskeuze gekomen. Ik heb geprobeerd het anders te doen. Mijn opleiding heb ik genoten op de kweekschool in Appingedam. Later heette dit de Pedagogisch Academie en tegenwoordig Pabo. Ik ben onderwijzer geweest in Veendam en na vijf jaar werd er gesolliciteerd op een vacature in Zuidlaarderveen. Daar werd ik in 1971 benoemd tot hoofd van de school door toenmalig burgemeester Roukema. De eerste indruk was dat ik terechtgekomen was in een ‘warm bad’. De oudercommissie kwam al op bezoek in Veendam, toen ik nog les gaf. Ze wilden weten wat ze in huis gehaald hadden. Of ik getrouwd was bijvoorbeeld. Eenmaal in Zuidlaarderveen leek het alsof we familie waren. Ik was wel wat jong. Een oudere inwoner vroeg op straat wie ik was. "Zo’n jonge kerel voor de klas?" Dat waren ze niet gewend. Ik was dertig jaar. Mijn leerlingen verschilden niet van de huidige generatie. Kinderen zijn kinderen. In Zuidlaarderveen had je maar een kleine groep. Vriendjes, daar moest je zuinig op zijn. De wereld was daar ook wel milder dan elders. Ik gaf les in alle vakken, ook gymnastiek en zwemmen. Daarvoor moest je de ‘acte J’ hebben, de cursus voor lichamelijke opvoeding. Ik kan mijn karakter niet zelf omschrijven. Wat in het kind zit naar boven halen, was altijd mijn drijfveer. Of ze nu goed of minder goed kunnen leren. Vroeger was het hoofd der school een notabele. Zo van: wat de meester of de juf zei was evangelie. Dat beeld is gelukkig verdwenen. De kinderen van tegenwoordig zijn mondiger. Dat kinderen me bij de voornaam noemen vind ik niet erg. Er moet niet te veel afstand zijn tussen en kind en de leerkracht. Je moet altijd afdalen tot het kindniveau. De tijd op de school in Zuidlaarderveen was een feest. In de tijd van Jacques Wallage (‘leerlingendichtheidsnorm’) werd in de toenmalige gemeente Zuidlaren één school te veel bevonden. We hebben er alles aan gedaan om de school in Zuidlaarderveen te behouden. De oplossing werd gevonden in een fusie. Toen ik later benoemd werd als directeur van de drie scholen na de fusie (Zuidlaren, De Groeve en Zuidlaarderveen) heb ik wel even moeten nadenken. Je ging weg van deze school en drie scholen is een grote verantwoording. De school staat er nog steeds en ik hoop dat het zo blijft. Maar krimp ( de laagste norm is 23 leerlingen) baart mij zorgen".

"De komende reünie (9 juni) lijkt me heel leuk. Van de 750 jaar (bestaan van het dorp, red.) 300 jaar onderwijs in dit dorp, dat is heel lang. Ik hoop er veel oud-leerlingen komen. Je staat soms versteld wat er van een kind geworden is. Ik heb ook les gegeven aan mijn eigen kinderen. Die zijn gelukkig ook goed terechtgekomen. In het begin was het wel moeilijk. Je bent bang dat je ze een andere behandeling geeft en daardoor tekort doet. Een mooi voorbeeld is echter Veendam. Een ouder zei op een kijkavond: als je mijn kind leert wat het verschil is tussen een kwartje en een dubbeltje dan ben ik tevreden. Maar het is gelukt om dat betreffende kind uit het speciaal onderwijs te houden. Als je die jongen dan later tegenkomt als Wegenwacht geeft dat een fantastisch gevoel".

"Ik heb het vak altijd met liefde gegaan. Hoewel het afgelopen is raak ik het niet kwijt. Ik probeer me er niet mee te bemoeien maar dat is moeilijk". Als we het interview beëindigen komt de leraar in hem weer boven. "Als je nog vragen hebt kun je me altijd bellen". Even weer denkend aan dat kind dat mogelijk niet alles begrijpt. Tekenend voor meester Brauns, die schoolmeester blijft. Een voorbeeld voor anderen. Een schoolvoorbeeld om in het vakgebied te blijven. Onderwijzer Zuidlaarderveen