Erkenning en waardering voor veteranen

Afbeelding
regio

ZEEGSE – Voor de 12e keer kwamen de veteranen van de gemeente Tynaarlo afgelopen zaterdag bijeen, waar burgemeester Thijsen hen waarderend toesprak. Woorden met een boodschap, ingegeven door zijn persoonlijke verhaal.


“Twee jaar gelden mocht ik de Indische maaltijd nog ‘blauwe hap’ noemen, maar tegenwoordig wordt dit als discriminerend ervaren”, begint Thijsen. “We leven in een vrij land en mogen de dingen benoemen zoals wij dat willen en daar wil ik vandaag graag gebruik van maken.” Hij vertelt gelukkig te zijn dat we vandaag weer bij elkaar kunnen zijn en dat we vandaag kunnen doen wat we te weinig doen. Namelijk dat we de mensen eren die hun leven willen wagen voor ons koninkrijk. Dat we daar dankbaar voor zijn. “Nog steeds moet een aantal van u vechten tegen een onzichtbare overheid, een overheid die wel voorop staat wanneer er een missie moet worden gedaan, maar een overheid die op een aantal momenten de militairen in de steek laat.” Thijsen neemt de gasten mee in zijn persoonlijke verhaal over zijn (voor)ouders die op Java woonden. Hij maakt duidelijk dat kolonialisme nooit goed te praten is, maar dat het daar nu niet om gaat. “Waar het wel om gaat is het rapport waarin het optreden van Nederlandse militairen tijdens politionele acties eind jaren ’40 kritisch onder de loep wordt genomen.” Hij is van mening dat dat mag, maar dat met zo’n grote afstand in tijd je ook moet kunnen aanvoelen hoe Nederlanders in Java zich destijds voelden. Hij vindt het onbehoorlijk om alle oud-Indiëgangers over één kam te scheren en weg te zetten als oorlogsmisdadigers. Thijsen hoopt op excuses, net zoals de Dutchbatters deze kortgeleden kregen. Excuses voor de generalisatie en voor de enorme historische onjuistheden in het rapport. “U ging daar ooit naar toe om, met gevaar voor eigen leven, de Nederlandse waarde en belangen te verdedigen, net zoals u daarvoor bent gegaan naar Libanon, naar Afghanistan of Palestina.” Thijsen geeft aan dat zolang hij burgemeester mag zijn, hij veteranen zal blijven eren. Met een minuut stilte worden vervolgens alle kameraden herdacht die zijn omgekomen of wordt er gedacht aan veteranen die er om gezondheidsredenen niet bij kunnen zijn. “Maar ook stilte om ons te bezinnen op het leven”, sluit Thijsen af.

Vervolgens wordt het woord gegeven aan kolonel Harold de Jong, commandant van de Koninklijke Militaire School. De Jong begint zijn lezing over de bijzondere betekenis van de witte anjer. De anjer die immer vers op het rever van prins Bernhard prijkte, als symbool voor verzet en waardering en respect voor veteranen. “Vandaag is een bijzondere dag, een dag die in het teken staat van erkenning en waardering voor veteranen.” Niet alleen regionaal maar ook nationaal. De Jong, hij deed onderzoek naar de dood van de in 2007 gesneuvelde Tim Hoogland in Uruzgan, vertelt dat de krawatte van Tim door zijn vader aan de koning zal worden overhandigd, waarna deze aan het vaandel zal worden gehecht. De Jong, als veteraan nog steeds actief, doet dus vooral onderzoek naar de feiten die hebben geleid tot de dood van militairen. Het leidde vaak tot verzoeken van families om medailles postuum uit te reiken. “Maar het leidde ook tot een inzicht. Namelijk, dat we het thuisfront niet moeten vergeten. Zonder het thuisfront, geen inzet”, zijn de concluderende woorden van De Jong. Hij reikt tegenwoordig ook medailles uit aan kinderen en zijn er roosjes voor de partners. De Jong zegt dat er sinds de 2e wereldoorlog bij 34 internationale missies 6.455 dodelijke slachtoffers zijn gevallen. De gevallenen worden in herinnering gebracht op verschillende monumenten. “Maar laten we ook omkijken naar hen die onzichtbare wonden hebben.” Voor hen is er in Roermond het monument van de verbinding. De Jong wil in zijn betoog eveneens benadrukken dat er ook gesproken moet worden over de mooie verhalen van het werk als militair. Hij beseft dat er veel ellende is, vooral als er mensen sneuvelen, maar het mooie is wel dat er missies worden gedaan om een bevolking te helpen.” “Deel die mooie verhalen, ze moeten blijven leven, ook bij de volgende generatie.”


De Jong sluit af met woorden over de onzekere tijden aan de oostkant van Europa. Daar waar jonge militairen aan de grens staan, niet wetend of de NAVO erin mee zal gaan. Maar dat er hier wel moet worden opgeleid en getraind. “Het komt heel dichtbij, maar ik hoop dat we nooit hoeven te praten over een periode tussen drie wereldoorlogen”, aldus De Jong. Na het betoog van De Jong is het tijd voor de Indische maaltijd, maar pas nadat er op het ‘bordes’ een groepsfoto is gemaakt.


UIT DE KRANT

Lees ook