Buitenlandse jongeren onder de indruk van Drentsche Aa
ZEEGSE – Het festival ‘Week van de Drentsche Aa’ krijgt steun van buitenlandse jongeren. Afgelopen woensdagavond was er een barbecue bij Het Witte Huis in Zeegse. De Vriezer Post schoof aan en vroeg naar de indrukken.
Ieder reageert op zijn manier. De Roemeense Stefan Petrutiu is de leukste thuis. “Dus we worden beroemd?” Dan serieus: “Vijf jaar geleden was ik in Waggeningen. Ik dacht dat de Veluwe het beste gebied was van het land, maar dit is veel mooier. Er is meer ruimte en de mensen zijn leuker. Het is beschermd gebied, dus het is bijvoorbeeld verboden om een boot op het water te laten. Het is hier georganiseerder dan in Roemenië. In Roemenië is de natuur wilder. Over wild gesproken. De barbecue bevalt hem. Vooral het vele vlees. Uiteraard hebben we het ook even over het weer. Heet? Hitteplan? Stefan moet erom lachen. De laatste dagen vroor ik in de tent, er moesten extra dekens komen. Nadia Figueroa (“te quiero”, grapt Stefan) uit Mexico zegt dat het in Mexico net zo warm is. En neemt een slok van een biertje. Onder het gezelschap liefst drie Koreanen. Lucy is het meest verlegen, wordt gezegd. Het valt wel mee. “Wat ik hier allemaal doe? Meehelpen met het festival, bomen dragen en schapen scheren”, noemt ze een paar werkzaamheden. Vergeleken met de Russin is ze zeker verlegen. Maar, pardon, Wit-Rus (“i’m from Belarus”). Julia praat honderduit en blijkt zeer geïnteresseerd in de Nederlandse en zelfs Drentse cultuur. Ik ben in Amsterdam geweest. Om een echte indruk te krijgen moet je niet in de grote stad zijn. Deze omgeving is bijzonder voor heel Nederland. Omdat de mensen hier de lange historische traditie in stand houden. Ik ben onder de indruk dat zoveel mensen Engels spreken. Iedereen weet ook veel van de nationale parken. Gewoonlijk ben ik niet geïnteresseerd in de natuur, maar hier wel. Ik woon in Minsk. Ik hoor hier meer vogels dan het hele jaar in Wit-Rusland”, zegt de openhartige Wit-Russische met haar – zoals Kees van Son van Staatsbosbeheer al aankondigde- knalblauwe haar. “Dat komt van Tjernobyl”, zegt ze zonder blozen. De ramp is van lang geleden, verklaart ze. “Het leven is goed in Wit-Rusland. Ik heb geen klachten. De buitenwereld denkt dat het net Noord-Korea is, maar dat is niet zo. Is ze voor het eerst in Drenthe, ze was ook voor het eerst op een Nederlandse camping. “In het Stadspark. Dat je de beschikking hebt over een douche en internet, verbaast me. Ik had meer ‘basic’ verwacht. Als gevraagd word of ze ook al een woordje Nederlands kent, blijkt ze niet alleen interesse te hebben in het Nederlands. “Hoeveel mensen spreken het Drentse dialect? En kun je me wat Drentse woordjes leren? Nou, vooruit. Ze krijgt een wijze les. In dorpen is het gebruikelijk om elkaar te groeten. En dus leert ze dat ene overbekende woordje goedendag in het Drents: ‘moi’. En wat hebben wij geleerd? Dat de jeugd in de wereld nog niet zo slecht is. En dat geldt zeker ook voor Wit-Rusland.