‘Er zitten al wel 5000 uren in’

EELDE/PEIZE – “Zie je die vrouw daar voorop die wagen?” vraagt Homan Bonder, wijzend naar een foto op zijn computer, “zij is de oorzaak van de besmetting met het Corsovirus”, laat hij weten. De ontmoeting met deze dame zorgt er uiteindelijk voor dat er in september een boek verschijnt met de titel Bloemencorso Eelde 65 jaar. De hoofdstukken zijn geschreven. Nu legt Homan de laatste hand aan het toevoegen van de foto’s. Vanaf eind juni kan men intekenen voor het jubileumboek.

Het is in het jaar 1967 als Homan met z’n vrienden het corso vanaf de tribune gadeslaat. Hij en z’n vrienden zijn fan van de Headhunters die op een wagen voorbijkomen, maar zijn nog meer geïnteresseerd in de dames die daar voorop staan. Na wat onderlinge grootsprekerij ontmoet Homan zijn dame een dag later bij Nijdam en hoewel hij al een vriendinnetje heeft, kiest hij toch voor Willy. Een paar jaar later wordt zij z’n vrouw. “Maar eigenlijk moet ik bekennen dat ik al in 1958, ik was toen 8 jaar, door mijn opa werd meegenomen en toen al mocht kennismaken met het fenomeen Corso.”

Homan en Willy Bonder, in Eelde grootgebracht, wonen nu iets meer dan een jaar in Peize. “Het huis en de tuin werden te groot, maar een appartement in Eelde was niet te vinden.” Maar het bevalt ze goed in het dorp waar ook hun dochter woont. In huis aan zijn secretaire heeft Homan al vele uurtjes gezeten aan zijn boek. “Ik ben al ruim drie jaar bezig aan dit project, dat in september klaar moet zijn. Behalve het 65e jaar, dat kan pas na het Corso worden toegevoegd.” De teksten zijn gereed, maar hij heeft nog zo’n 8.000 foto’s door te spitten. “Er zitten al wel 5.000 uren van mij in.” Dat is niet alleen schrijven, maar ook materiaal halen en terugbrengen en verhalen aanhoren. Zo zocht hij uit wie er vanaf 1968 bloemenkoninginnen zijn geweest. In 1968 was dit de nu in Baflo woonachtige Rita Ubels. Samen met Willy bezocht hij haar voor een interview, wat resulteerde in een mooie middag. “Er kwamen vele herinneringen boven waarbij de originele sjerp, het kroontje en de oorkonde van zolder werden gehaald.” Homan maakte hiervan ook weer foto’s waarvan de mooiste in het boek zal verschijnen.

Het boek kent 92 hoofdstukken en begint uiteraard met het ontstaan van het Bloemencorso en komen in ieder geval de arrangeursprijzen, ontwerpersprijzen en publieksprijzen aan bod. “Een opvallende hierbij is de wagen Bambi, door de jury als laatste gewaardeerd, terwijl het publiek deze bijna unaniem op de eerste plaats zette.” Voor het verhaal hierachter toog Homan naar de arrangeur van de wagen, woonachtig in Zwartsluis. Hoewel hij zelf bijna het hele boek schreef, zijn er ook hoofdstukken van een aantal gastschrijvers. “Roelof Boerema van de feesttent, kon het beste zelf schrijven over wat er allemaal plaatsvond in zijn tent.”

Homan ontwierp zelf ook wagens en heeft er inmiddels zo’n 50 op zijn naam staan én op de weg gehad. Welke de mooiste is van zijn hand? “Tja, ik teken ze, maar ik ben ook figurant en kan dan niet goed beoordelen.” Hij weet wel dat hij trots is op de meest simpele wagen die het hoogst geëindigd is. “Dat was die met de twee paddenstoelen, ‘Anton Pieck – Trekken aan een dood paard’.” Terwijl hij al pratend door zijn foto’s bladert komt hij toch nog bij een van zijn favoriete ontwerpen. In het oog sprong die van ‘Meat Loaf – Bat out of hell’, gemaakt op verzoek van een aantal jonge Corsomedewerkers. “Het mooie was, dat op zondag velen de feesttent verlieten om te dansen bij de wagen van Meat Loaf.”

Homan vindt nog steeds het ontwerp van ‘Café ome Henk’ het mooiste. Hij tekende deze niet zelf, deed wat aanpassingen, maar hij mocht wel model staan voor die wagen. Zijn opvallende snor werd de eyecatcher voor alle figuranten. Hijzelf werd de barkeeper aan een heuse bar en er werd door diverse mensen gespeeld en gezongen. “Met achterop een hoerenbuurt”, lacht Homan. Eén ding is duidelijk, Homan Bonder kan slecht stilzitten. Dat hoeft ook niet, want als dit klaar is heeft hij alweer wat nieuws in het vat zitten. Is het niet het project treinen, dan gaat hij aan de slag met ‘Balloërveld 500’. Opnieuw toont hij de meest mooie foto’s, nu van de natuur in het veld. Deze moeten allemaal worden gerangschikt en worden voorzien van een verhaal. “Ja, het houdt mij voorlopig van de straat”, zegt de sinds 2015 gepensioneerde audiciën.

Hoewel de gepassioneerde oud-Eeldenaar nog uren over zijn passies kan praten, sluit hij af met nog een opmerking: “Er wordt nog nagedacht hoe de twee dvd’s met oud-filmmateriaal aan te bieden, maar intekenen voor het jubileumboek, dat kan vanaf eind juni.”En of de wagens van 2020 in september 2021 de weg op kunnen? We zullen nog even in afwachting moeten blijven van dit besluit.