Conferentie met WK Hoefzorg aan Costa Brava

BUNNE – Als rundveepedicure rijdt Lodewijk Swellengrebel uit Bunne zijn klauwbekapbox naar melkveehouders in Drenthe, Groningen en Friesland. Soms is er een opdracht over de grens. Maar in Spanje bracht zijn werk hem tot nu toe nog nooit. Afgelopen maand was Lodewijk op het melkveebedrijf Mas Bes van de familie Viñolas vlakbij Lloret de Mar. Met 1200 runderen, waarvan 550 melkkoeien.

Tweehonderd klauwverzorgers van over de hele wereld waren naar de Spaanse kust gekomen voor een conferentie over hoefzorg. Ook werd er de eerste WK Klauwbekappen gehouden, met 18 deelnemers van evenzoveel landen. Degene die de eer van Nederland hoog moest houden, een rundveepedicure uit de Achterhoek, belandde met een vijfde plek net naast het erepodium van de eerste vier.

“Het was heel bijzonder om mee te maken”, zegt Lodewijk. “Ik reisde samen met mijn collega Niels van der Heide uit Fochteloo, met wie ik sinds een jaar of zes iedere week wel een keer samenwerk. Dan pakken we een grote koppel koeien, 180 stuks bijvoorbeeld, die dan in één dag klaar zijn. Op Schiphol zagen we een groepje lopen en we zeiden tegen elkaar: Dat zijn klauwbekappers.” Lodewijk lacht. “Dat was ook zo. Een groepje uit de Achterhoek. Hartstikke leuke lui, we zijn eigenlijk de hele tijd samen opgetrokken.”

Alle deelnemers aan de conferentie zaten met elkaar in een hotel aan de Costa Brava. Het waren drie intensieve dagen, zegt Lodewijk met een knipoog. “Overdag hadden we workshops en lezingen, ’s avonds was het feest in Lloret de Mar.” Hij laat een foto zien van de Nederlandse delegatie klauwverzorgers, gebroederlijk naast elkaar aan de rand van het zwembad op het hoteldak. “We hebben zoveel dezelfde interesses, dan raak je niet uitgepraat. Tot diep in de nacht. En dan zie je mekaar bij het ontbijt en praat je zo weer verder.”

Het viel Lodewijk op dat veel klauwverzorgers de wens hebben om ook zelf melkveehouder te zijn en daar naartoe proberen te werken. “Dan is de boerderij thuis door het oudste kind overgenomen en zoeken ze toch naar een manier om in de melkveehouderij aan het werk te zijn, waarbij de drive om zelf boer te worden blijft.” Zelf is Lodewijk geen boerenzoon, maar het boer willen worden zat er van jong af in. Zo was hij in zijn geboorteplaats Altena (Peize) vaak te vinden op de melkveehouderij van de buurman. Met hard werken slaagden Lodewijk en zijn vrouw Manon erin om in Bunne een voormalige melkveehouderij te kopen. Terwijl Lodewijk overdag aan het klauw bekappen is, werkt Manon thuis op de Hoeve Swellengrebel in hun pensionstal voor paarden. Op hun bedrijf doet het stel daarnaast voor twee boeren jongveeopfok. Lodewijk houdt voor de hobby Limousin-koeien, Manon beleert jonge paarden voor de verkoop. Ze zijn de trotse ouders van drie jonge kinderen.

“Eigenlijk is alles wat we doen ontstaan uit de passie om boer te willen worden”, zegt Lodewijk. “Dat herkende ik bij Sander, een conferentiedeelnemer uit de Achterhoek. Als rundveepedicure heeft ook hij vleesvee en jongveeopfok op een voormalig melkveebedrijf. We hebben precies dezelfde keuzes gemaakt, machtig om mekaar dan te treffen en ervaringen te delen.”

Lodewijk noemt het opvallend dat een relatief groot aantal conferentiegangers Nederlandse wortels heeft. “Dan kwamen ze uit Argentinië of Nieuw-Zeeland, maar hadden ze toch een Nederlandse achtergrond.” Lodewijk was verbaasd toen hij hoorde dat er in heel Nieuw-Zeeland maar 20 klauwbekappers zijn. Ook de totaal andere manier van werken in Noorwegen trof hem. “Waar wij vroeg beginnen, lange dagen maken en soms wel tot 90 koeien per dag afwerken, beginnen zij niet voor tien uur ’s morgens. ‘And by three o’clock we go home’, zeiden ze. Kerst duurt daar geen twee dagen, maar een hele maand! Ze rekenen per behandelde koe maar liefst 25 euro en daar komen de voorrijkosten nog overheen. Ik vertelde ze hoe wij werken en toen werd ik met grote ogen aangekeken. ‘You are crazy!’, kreeg ik te horen.” Lodewijk grinnikt. “Ja, het is daar totaal anders dan hier. Degene met wie ik sprak komt bij boeren met 40 tot 70 koeien. Melkveehouders worden daar op handen gedragen. Bergboeren ontvangen jaarlijks 170.000 euro subsidie om te zorgen dat ze blijven. Voor ons onvoorstelbaar.”

Lodewijk genoot van het onderlinge contact met de collega’s wereldwijd. De workshops en lezingen waren ook zeer interessant, zegt hij. “Bijvoorbeeld over de anatomie van de runderklauw. Ook het in werking zien van de Anka bekapbox van Spaans fabricaat was zeer interessant.” Eenmaal terug op Schiphol werd met omhelzingen afscheid genomen van de Achterhoekse vrienden. “Mooi toch, hoe je in een paar dagen tijd zo vertrouwd met elkaar raakt. We hebben afgesproken dat we elkaar weer opzoeken, met een barbecue erbij.”