“Ik heb gevochten voor het voortbestaan van de Vriezer Post”

WINDE – Kort geleden is taalkunstenaar Jannie Boerema in deze rubriek verschenen. Ze tipt de redactie, want Jannie van Zanten is volgens haar ook interessant voor deze rubriek. We besluiten het advies op te volgen en nemen contact op met Jannie. Ze is verrast: “Ik doe eigenlijk niet zo heel veel meer, maar natuurlijk zijn jullie welkom.” Van haar hand verschenen in de loop der jaren  toneelstukken, revues, gedichten en in samenwerking met Goff Miedema het boek: ‘Onze trein ging naar het Noorden’. Daarnaast houdt ze voordrachten voor De Plattelandsvrouwen en vrouwenverenigingen, waarmee ze tevens optreedt in bejaardentehuizen. Leuk detail is dat Van Zanten voormalig journalist is van de voorloper van de Krant van Tynaarlo: de Vriezer Post.

Schrijven wordt haar met de paplepel ingegoten: “Mijn vader kon ook ontzettend mooi schrijven. Daar was in die tijd weinig waardering voor. Mijn ouders lazen veel en luisterden muziek, iets wat ook meer uitzondering was dan regel.” Ze zal de gave van haar vader hebben geërfd. In een boek van Jannie Boerema vertelt ze dat haar verhaaltjes en gedichten niet zomaar rijmelarijtjes en hersenspinsels zijn, maar dat er altijd een boodschap in verborgen zit. Ze gaan over alle facetten van het leven. Publiciteit zoekt ze er echter nooit mee: “Ik heb mappen vol gedichten en verhalen, waar nog niets mee is gebeurd.” Van Zanten draagt gedurende haar leven regelmatig een eigen verhaal voor, maar verder blijft de stapel veilig in de mappen verborgen. Af en toe laat ze nog iets uit haar hand vloeien. Gelegenheidsgedichten. “Kijk om je heen. Ik haal zoveel inspiratie uit mijn omgeving dat ik af en toe wel iets moet schrijven.”

Jarenlang is ze wijkverpleegkundige. Als haar schoonvader in huis neemt, stopt ze ermee: “Ik heb mijn schoonvader jarenlang thuis verzorgd. Toen ik vervolgens de advertentie in de Vriezer Post zag, dacht ik: ‘Misschien is dat wel wat’. Daarop heb ik meteen met de krant gebeld. Twintig minuten later zat ik op de fiets en ben ik aangenomen.” Van Zanten is blij dat de krant nog bestaat: “Mensen hechten er echt waarde aan.” Ze geeft daarentegen wel aan de leuke kanten van het werk te hebben gemist: “Bij een receptie of een leuke bijeenkomst moest ik vaak na het officiële gedeelte snel naar huis om mijn schoonvader te verzorgen. Desalniettemin vond ik het wel echt een hele leuke baan.” Zeven jaar werkt ze in totaal voor de krant, die haar nog steeds aan het hart gaat en waarvoor ze heeft gevochten: “Meerdere keren heb ik in de gemeenteraad moeten spreken om de krant in stand te houden.”

Er is nog iets waar ze ontzettend trots op is. Als koningin Beatrix haar zeventigste verjaardag viert, bezoekt ze het ‘t Peerdespul in Groningen. Daar is ook Van Zanten bij aanwezig. “Ze reed voorbij in de koets en we maakten oogcontact. Dat moment is me zo bijgebleven dat ik bij thuiskomst dacht: weet je wat ik doe? Ik ga een mooi verhaal voor haar schrijven.” Het wordt een verhaal over Beatrix vanuit het perspectief van een beukenboom in de tuin van paleis Soestdijk. Ze stuurt het op en ontvangt een dankbrief van de koningin. Ze koestert het: “Daar ben ik zeker aan gehecht en als ik spreek, neem ik altijd een kopie van de brief mee om te laten zien aan de bezoekers.”

Wat ze nu nog doet is zoals ze het zelf noemt: ‘freewheelen’: “Ik wil lekker genieten van mijn man, Winde, de omgeving en het schrijven. Mits ik daar zin in heb.” En of ze gelijk heeft.