Aimée uit Paterswolde heeft niet kunnen leven: ‘Het wondertje was nog zo klein’

Afbeelding
Foto: Eigen foto
Uitvaart Bijlage actueel

PATERSWOLDE – Aimée is de ongewilde hoofdrolspeelster in dit verhaal. De kleine meid kwam op 7 september 2022 om 11:32 ter wereld. Ze mocht niet ouder worden dan een uur. Om 12:30 stelden de doctoren officieel vast dat het leven dat haar ouders haar graag hadden willen laten zien, niet door haar gezien mocht worden. In de kast staat een kleine paarse urn met gouden inscripties en een gouden vlinder. De plek waar zij haar altijd kunnen vinden.

Aan de keukentafel vertelt Carlijn haar verhaal. Bijgestaan door vriendin José weet ze zich staande te houden. Het gevoel is nog vers, het moment een jaar geleden. Buiten vallen kleine druppels regen op grond. De zon weet zich door de wolken heen te bewegen en laat haar licht in het huis vallen aan de Gruttoweg in Paterswolde. Alsof de kleine Aimée meeluistert. Juna had het al vaker gezegd, ze wil zo graag een broertje of zusje. In januari 2022 begon het wondertje te groeien die Juna haar wens ging vervullen. De zwangerschap verliep zonder problemen. Uitstekend zelfs. Carlijn kan haar nog goed de eerste momenten herinneren. ‘We waren zo blij. De dertien weken echo zag er goed uit. We wilden heel graag weten of het een jongen of meisje werd. Tijdens een ingeplande geslachtbepalingsecho bij 15 weken wisten we het zeker: een meisje. Een tweede meisje.’ Juna kon het niet zo goed stilhouden en iedereen mocht het weten. Zij werd grote zus. 

Opeens zorgen

Maar opeens speelden er zorgen. Uit het niets. ‘We gingen vol vreugde naar de reguliere controle bij de verloskundige bij achttien weken.’ Maar die controle pakte anders uit. Het kleine wezentje verscholen in de buik bleek een trage hartslag te hebben. Een hartslag van zo’n tachtig slagen per minuut. Veel te langzaam. ‘We maakten ons nog geen zorgen. Het zou wel een moment opname zijn, een verkeerde meting misschien. Al die weken was er niks aan de hand, dus waarom zouden wij ons druk maken? Juna had niets door. Die maakte al plannen wat ze kon doen wanneer haar zusje geboren zou zijn.’ In het UMCG werd geconstateerd dat de trage hartslag gepaard ging met een afwijkend ritme, niet levensbedreigend. Wel werden de ouders erop gewezen dat er wellicht sprake zou zijn in de toekomst van een pacemaker. ‘Zolang onze kleine meid maar kwaliteit van leven had, wilden wij alles op alles zetten. Dat was voor ons belangrijk.’ De zwangerschap werd een gevecht. Een strijd in de buik, maar ook in het hoofd. ‘Maar nooit hebben we nagedacht om het leven van haar vroegtijdig te beëindigen. We gunden haar het leven net zoveel als Juna, en niemand kon ons vertellen hoe dit ging eindigen, er was altijd nog sprake van hoop.’ 

Bij vierentwintig weken bleek er vocht in haar hele lichaampje te zitten. Er werd snel een behandelplan gemaakt. ‘Ik werd opgenomen en kreeg een vrij nieuwe behandelmethode. Een salbutamolinfuus. Medicatie dat normaal gesproken gegeven wordt aan mensen met longziekten als astma en COPD.’ Door de medicatie toe te dienen zou het hartje in de buik sneller moeten kloppen, een bijwerking van het medicijn. Maar niet alleen dat hartje ging sneller kloppen, ook die van Carlijn. ‘Ik werd ontzettend ziek. Continu had ik het gevoel alsof ik een marathon had gelopen, waarbij mijn lichaam trilde en ik mijn hart constant snel voelde bonzen. ik bewoog mij voort in een rolstoel om lichamelijke inspanning te voorkomen. Mijn hartslag was dubbel zo hoog dan normaal.’ Maar nooit dacht ze aan opgeven. De gedachtes gingen uit naar Aimée. In de hoop dat haar hartje dusdanig snel zal kloppen, dat de circulatie in haar lichaam zal verbeteren en het vocht uit haar lichaam zal verdwijnen. Het plan leek te werken. ‘Na twee weken ziekenhuis opname aan het infuus, wilde ik graag terug naar mijn gezinnetje. Als eerste in Nederland mocht ik het medicijn salbutamol in tabletvorm slikken. Vijftien tabletten per dag. Langzaamaan kwam het besef hoe ziek ik eigenlijk was. 

Schuldgevoel

Ik voelde mij ook schuldig. Ik droeg de baby, dus het kwam door mij.’ Hoewel haar lichaam kon wennen aan de hoge dosering, bleef ze afhankelijk van een rolstoel. Ook Juna werd met deze rauwe realiteit geconfronteerd. De kleine Aimée nam niet goed vruchtwater op en dit stapelde zich op in de baarmoeder. ‘Op een gegeven moment liep mijn eigen lichaam volledig vol met vocht, een nieuwe opname in het UMCG volgde.’ Het plan was om overtollig vruchtwater via een vruchtwaterpunctie weg te laten stromen. Maar zo ver mocht het niet komen, diezelfde nacht braken haar vliezen. Te vroeg. ‘Ik lag in het ziekenhuisbed en voelde van alles stromen. Ik durfde niet te kijken en vroeg om hulp. Dat was het eerste moment dat ik dacht: ze gaat dood.’ Die bevestiging kreeg ze niet van de verpleegkundige. Die constateerde dat de bevalling in gang was gezet, maar wilde haar angst niet bevestigen. 

Tijdens de bevalling werd aan Leon en Carlijn verteld dat de baby het niet ging redden. ‘Dat was de eerste keer dat we het hoorden van een medici. Een klap in ons gezicht. Het was een zware bevalling, waarbij mij even de gedachte door het hoofd ging dat ik er zelf misschien niet goed meer uit zal komen.’ De baby werd levend in haar armen gelegd. Het hartje klopte nog maar veertig slagen per minuut. Ze zag er niet gezond uit en waarschijnlijk was ze binnen enkele seconden al hersendood door het zuurstoftekort. Een uur later bleek haar hart het voorgoed begeven te hebben. De eerste nacht was een traumatische ervaring. ‘Ik bracht de nacht door in mijn eentje in het ziekenhuis, terwijl mijn levenloze dochtertje naast mij lag in een wiegje.’ Het gezin kwam thuis in een leeg huis. Iedereen wist wat er gebeurd was. ‘Sommigen draaiden zich om in de supermarkt of werden ongemakkelijk tijdens gesprekken. Dat maakte ons in het begin erg eenzaam, maar we nemen het niemand kwalijk.’ 

Ze kwamen terecht bij Peter Hendriks van Uitvaartzorg BijZonder. ‘Zelf heeft hij een kind verloren en weet hoe dat voelt. Hij stelde voor om Aimée naar huis te brengen. Hij wist ons te vertellen dat ouders uit elkaar konden groeien doordat zij anders in het rouwproces komen te staan, waarbij de moeder een gevoel van gemis krijgt en de vader niet dezelfde band ervaart met het kind als de moeder.’ Aimée werd in haar slaapkamertje opgebaard. Een totaal andere baby dan die dag in het ziekenhuis. ‘Haar vocht had haar lichaam verlaten door autopsie wat was toegepast, een hele andere Aimée. Een knap meisje, ons meisje.’ Juna kon het maar moeilijk bevatten en probeerde Aimée elke ochtend wakker te maken. Ze vertelde aan iedereen dat ze een zusje had gekregen. Toch kwam het besef steeds meer dat Aimée nooit een zusje zal worden dat samen met haar zou opgroeien. ‘Iedere keer wanneer Juna de maan ziet zwaait ze en zegt: ‘ik ben hier Aimée’. Dat is confronterend, maar ook goed. Ze gaat er heel goed mee om. Mijn man was blij dat ze thuis was. We maakten nog foto’s samen met Aimée als aandenken. De fotograve had ook een kind verloren en vond het een moeilijke opdracht. Het hielp haar en ons bij het verdriet dat we deelden. 

Wat was ze dapper

Peter wist ons heel goed te begeleiden, hij werd een goede vriend van ons.’ De rouwkaart was tegelijk een geboortekaart. Op de uitvaart werd er beschuit met muisjes gegeten en klonk het lied ‘Ga je mee naar het land van oogjes dicht.’ Symbolisch werden tot slot roze ballonnen losgelaten. Carlijn en Leon hadden zelf alle toespraken geschreven. ‘Dat vond ik ontzettend moeilijk. Normaal vertel je over het levensverhaal van een persoon, maar die van Aimée moest nog beginnen. Door het schrijven van een persoonlijke brief aan haar kon ik mijn emoties anders inzien. Eigenlijk was Aimée ontzettend dapper, dat ze het zo lang heeft volgehouden. Ik heb mij lang geschaamd voor mijn frustraties na de bevalling richting Aimée. Ook heeft mijn man veel moeten doorstaan. Ik ben ontzettend trots op hem en onze Juna.’ Bijna een half jaar later kwam er voor het eerst een sprankje geluk. Carlijn bleek opnieuw zwanger. ‘We voelden eerst wel ontzettend veel schaamte. Wat vinden anderen ervan? Zou Aimée het goed vinden? Aan de andere kant hebben we een wens om een gezinnetje te stichten. Peter heeft al gevraagd of hij op kraamvisite mag komen. We zijn hem ontzettend dankbaar voor zijn steun.’ 

Een nieuw wonder

Inmiddels heeft Juna haar tweede zusje mogen verwelkomen. Inderdaad, een meisje. Op 11 oktober werd Jade Elin Sophia geboren. Ze deelt haar laatste naam met Aimée, zodat ze altijd verbonden blijven. Uitvaartverzorger Peter Hendriks is blij dat het verzoek aan hem werd voorgelegd. ‘Gemiddeld begeleidt een uitvaartverzorger zijn klanten tien tot vijftien uur. Ik neem net zo lang de tijd als mijn families mij nodig hebben. Bij mij stopt mijn begeleiding niet na de afscheidsdienst. Ook Carlijn en Leon heb ik de weken erna bijgestaan. Door het verlies van ons eigen kindje Yanick, kon ik uit mijn ervaringen putten. Zelf maakte ik mee hoe slecht wij begeleidt werden door het ziekenhuis. Ik ontdekte pas dat afscheid nemen van een kind ook liefdevol kan en wilde Carlijn en Leon die momenten ook gunnen. Een collega stond mij bij. Ik ben ook maar een mens en het proces kan soms best confronterend zijn. Ik ben blij dat ik mijn passie kwijt kan in het meest menselijke werk dat er bestaat. Wat mij het meest is bijgebleven die dag van de dienst, is het beginnen met de beschuit met muisjes om de geboorte te vieren en afsluiten met het oplaten van de roze balonnen. De symboliek van de reis naar de hemel. Nog steeds krijg ik kippevel, wanneer ik aan dat moment denk. Al was Aimée nog zo klein, het is en blijft een mens waarvan ontzettend veel gehouden wordt en verdient een waardig afscheid.’ Om de gebeurtenis een plek te geven, heeft Carlijn een instagramprofiel aangemaakt. @Sterrenliefje is speciaal voor lotgenoten om elkaars verdriet te kunnen delen. 

UIT DE KRANT