De houding van de Kerk ten tijde van de Tweede Wereldoorlog
ZUIDLAREN/VRIES – Toen de Tweede
Wereldoorlog zich afspeelde in Nederland, tussen 1940-1945, hadden mensen
kortweg drie keuzes: verzetten, aanpassen of verraden. “Die zelfde keuze was er
ook voor de Kerken”, vertelt Herre Steegenga (86), inwoner van Zuidlaren en
oud-docent geschiedenis. “Het Nationaal-Socialisme, en dus Adolf Hitler,
garandeerden vrijheid van godsdienst en de Nederlandse bevolking met rust te
laten. Nederlanders hoorden namelijk, net als de Duitsers, tot het Germaanse
ras.” Echter kwam Hitler hier later op terug. “Bisschoppen moesten na verloop
van tijd een eed van trouw afleggen aan Hitler”, vertelt Steegenga. “Voor de
Kerken was in feite geen plaats meer.” Mede hierdoor veranderde ook de houding
van de Kerken, onder andere van de Gereformeerde Kerk in Vries (PKN Vries).
“Toen Hitler in 1940
Nederland binnenviel, verliep alles nog gemoedelijk”, vertelt Steegenga.
“Naarmate de tijd vorderde, veranderde er echter veel. De grootste verandering
is uiteraard de houding tegenover joden. Eerst mochten Joden niet meer in
openbare gelegenheden komen, moesten ze een Jodenster dragen en werden ze
getreiterd. Later werden ze gemarteld, gevangen genomen, op transport gezet en
vermoord.” De haat tegen Joden bleef voor niemand onopgemerkt, zo ook niet voor
de verschillende Kerken in Nederland. “De Kerken in Nederland verafschuwden de
haat tegen de Joden”, legt Steegenga uit. “Dit was niet het enige wat lijnrecht
tegenover de leer van het Christendom stond. Ook de macht van het militarisme
was niet in de Bijbel te vinden. Bovendien waren de Kerken het er niet mee eens
dat bisschoppen een eed van trouw moesten afleggen aan Hitler. Hiermee werd
gesuggereerd dat hij de macht had over de Kerken. En dat was absoluut niet
mogelijk.”
“Tijdens de oorlogsjaren was het voor de predikanten echter buitengewoon
moeilijk om de juiste gedragslijn te vinden”, vertelt Stegenga. “Net als de
normale burgers van ons land konden de predikanten kiezen om hun mening
duidelijk uit te spreken of voor zich te houden. De één sprak duidelijk en fel,
de ander was behoedzamer in de stof en de woordkeuze.” Iemand die duidelijk
vertelde waar het op stond was dominee W.J. van Enk. Van Enk was voor en
tijdens de Tweede Wereldoorlog dominee van de Gereformeerde Kerk in Vries. Van
Enk was op 28 juni 1904 geboren in Kampen, maar vervolgens naar Vries verhuisd.
“Van Enk stak zijn mening niet onder stoelen of banken”, legt Steegenga uit.
“Hij vond dat je best wat mocht zeggen over de manier waarop Joden behandeld
werden. Jezus Christus was tenslotte ook Joods.”
Naast Van Enk verzetten meerdere dominees zich tegen de Duitsers. “Maar men
moest heel goed oppassen met wat ze tegen wie zeiden”, gaat Steegenga verder.
“Vanaf de preekstoel van Van Enk en in de kerkbladen klonken geluiden, die in
de officiële media niet meer gepubliceerd konden worden. Daarnaast vroeg de
Synode verschillende dominees om kanselboodschappen voor te lezen, waarin zij
protesteerden tegen hetgeen de Joden werd aangedaan.” Het voorlezen van de
kanselboodschappen had grote gevolgen. Vele predikanten werden gearresteerd,
waaronder dominee Van Enk. “Hij had alleen nuchter en glashelder aan duidelijk
gemaakt dat het Nationaal-Socialisme verkeerd was”, vertelt Steegenga. “Hij
durfde veel te zeggen, maar was niet roekeloos. Dat hij zijn mening durfde te
geven, kwam hem uiteindelijk duur te staan”.
“Dominee Van Enk uit Vries vertelde waar het op stond”
Van Enk werd op 16 december 1944 gearresteerd in Vries. “Bij zijn verhoor werd Van Enk al meermaals getrapt en geslagen met koppelriemen”, legt Steegenga uit. “In het huis van bewaring in Assen zijn zijn beide ogen blauw geslagen. Toen zijn medegevangenen op transport werden gezet, waren Steegenga zijn laatste woorden: ‘Jullie gaan niet alleen en ik blijf hier niet alleen.’ Uiteindelijk werd ook Van Enk, op 16 januari 1945, op transport gezet. In concentratiekamp Neuengamme moest hij zwaar sjouwwerk verrichten. Bij al hetgeen hij reeds doorstaan had, sloopte dit zijn laatste krachten. Op 12 februari 1945 stierf dominee Van Enk in de meest ellendige omstandigheden. Zijn stoffelijk overschot werd begraven in Olsdorf.”
Naast Van Enk was ook predikant W.TJ. Klumper uit Vries gearresteerd door de Duitsers. Klumper wist de Tweede Wereldoorlog wél te overleven.