‘Dode takken zijn het allerleukst’

|
| Foto: |
Nieuws
Demonstratie kerstversiering bij Ruilkring Eelde eo
EELDE-PATERSWOLDE – Ruilkring Eelde, Haren eo kwam afgelopen woensdag weer bijeen in theatercafé Boelens. Naast de reguliere bikkelcafe en Repair Café wordt ook iedere keer een andere activiteit georganiseerd. En dat was dit keer- hoe kan het anders- kerstversiering.
Dat er nog altijd een groot verschil is tussen mannen en vrouwen blijkt uit de kersteditie van vorige week, waarbij in de rubriek de Kerstboom van…duidelijk naar voren kwam dat  versiering – van bomen-  een vrouwelijke aangelegenheid is. En dat bleek ook woensdagavond, waar alleen maar dames op afkwamen. De ene meneer – en de verslaggever- hield zich op afstand en is leider van Ruilkring, die vier jaar actief is. Reinier Wagenaar heeft samen met Margreet van der Schroot het ruilen bedacht. In het café voor bikkels. Bikkels zijn geen stoere mannen, maar is een soort geldeenheid. In het café is een ruilhoek en een weggeefhoek. Maar het systeem hapert omdat de website even verstek liet gaan. Die website wordt weer actief. Dan de activiteiten. Die worden altijd druk bezocht. Van de plastic doppen voor de geleidehond tot zwerfkatten bij kwetsbare mensen. Uitgerekend deze avond zijn er weinig mensen. Te druk met Kerst denken de leden van Ruilkring. “Ik heb wel ruimte nodig”, zegt Riek Bremmers, die binnenkomt met een stapel takken. Dat wordt dan op het biljart. Bremmers, die genoemd wordt als het gezicht van het Repair Café, maakt al jaren buitenkerstversiering. “Je maakt kerstversiering omdat het Kerst is”, begint ze met haar verhaal. “In het voorjaar heet het ‘voorjaarbuitenstuk’.  Het mooiste is: het kost niets; het ligt voor het oprapen. Zelf ben ik dol op takken, kale takken.” Er volgt een anekdote. “Laatst was ik naar een receptie en moest ik ook takken zoeken. Daar stond ik met mijn kleine stomme laarsjes met rokje aan. Een meneer zag dat en vond dat raar. Het was ook raar”. Goed dan het maken het kerstversiering. De vrouwen zijn meteen enthousiast, over de bak waar het kerststuk in komt, lijkend op een vuurkorf. Bremmers legt uit: “Je neemt dennegroen, taxus en klimop en steekt daar kale takken tussen. Het is geen kunst, maar oogt rommelig. En altijd een kaarsje erbij in. Dat heeft zoiets ‘verstilds’. Geen ballen of glitter. Het kan in weer en wind staan”. Terwijl Bremmers rept van ‘taxusbakata’, die ze gebruikt, zijn de vrouwen vol ongeloof. “Heb je een opleiding gehad of zo? Of bedenk je het zo?”. Waarop een van de dames zegt: “ik bedenk ook wel eens wat, maar dan lijkt het niet.” Intussen gaat Bremmers door. “Een stijve tak kun je gewoon knakken, die leeft wel door. Met acanthus erbij, die je veel ziet op Korynthische zuilen”. We krijgen nog meer namen. “Elacatinus moet je niet in huis nemen, want iedereen is daar allergisch van. De groep blijft zich verbazen. “Ik heb geen ideeën. Ik heb wel ideeën, maar ben niet handig.”. Bremmers verklaart haar kunsten dan nog eens: “Bedenken? Nee, zoiets ontstaat gewoon. Het verzamelen van spullen is het meeste werk. Ik vind dode takken het allerleukst. Het kerststukje is bijna af. Voor mensen thuis nog een tip: je hoeft geen oasis gebruiken voor het steken, het kan ook met klimop. En dan kun je er alles in duwen, in zoals Bremmers het noemt, het ‘vernachelboompje’. Vernachelboompje. Wagenaar aanschouwt het tafereel en nipt aan een glas wijn. “Dit is ook een stukje gezelligheid. En we zitten niet voor niets in een café”
|

UIT DE KRANT