Frans Ubels vertelt 10 jaar na de ramp in De Punt over het verlies van zijn broer Egbert

Afbeelding
algemeen de krant van tynaarlo
,,Ach, papa heeft weer een brand”
PATERSWOLDE – Vrijdag 9 mei 2008, een inktzwarte dag voor Eelde-Paterswolde en omstreken als een grote brand op scheepswerf Beuving in De Punt het leven kost van drie brandweermannen: Anne Kregel, Raymond Soyer en Egbert Ubels. Een drama dat een groot litteken heeft achterlaten in de gemeenschap. Frans Ubels mist zijn broer Egbert meer dan 10 jaar na dato nog iedere dag: ,,Het knaagt aan me als de dag van gisteren”.
,,Egbert zijn twee kinderen kwamen die middag langs. Hij deed boodschappen bij de Albert Heijn toen hij de brandmelding kreeg en de afspraak was dat als hij werd opgeroepen, de kinderen naar ons zouden komen. Ach, papa heeft weer een brand, zo begon het, een routineklus. Op meldpunt P2000 zag ik dat de brand steeds verder werd opgeschaald. De geruchten gonsden door het dorp, er zouden brandweermannen van ons korps vermist zijn. Op dat moment bekroop mij een heel akelig gevoel. Hij zou er toch niet bij zijn? Als er niks aan de hand zou zijn geweest, dan had Egbert allang gebeld. Ik had dus al vrij snel het gevoel dat er iets mis was met hem. Ik reed naar mijn ouders toe in De Punt en vanuit daar probeerden we meerdere keren de gemeente te bellen om informatie los te krijgen, maar zij mochten ons telkens nog niks vertellen. Rond 17:00 uur, zo’n drie uur na de brandmelding, kon de gemeente bevestigen dat hij één van de drie overleden brandweermannen was. Ik ga u doorverbinden met de brandweercommandant, zeiden ze. Toen wist ik genoeg”, blikt Frans geëmotioneerd terug op die gitzwarte dag.
Vanaf dat moment wordt het wazig: ,,Ik was voorbereid op het bericht, maar toch slaat het in als een bom en zakt de grond onder je voeten weg. We waren bij mijn ouders, in eerste instantie probeer je  hun op te vangen. Mijn andere broers kwamen langs, samen zijn we vervolgens naar het huis van Egbert gereden. Daar zijn we met de gehele familie bij elkaar gekomen. Je probeert als familie elkaar te steunen en er over te praten. De één kan dat wat beter dan de ander. Het hele dorp leefde mee en stond in rouwstand. Ik ben hier geboren en getogen, ik ken zoveel mensen. Sommige mensen spraken je aan, bijvoorbeeld in de supermarkt. Anderen negeerden je of gingen zich anders gedragen in mijn bijzijn, waarschijnlijk omdat ze niet wisten wat ze moesten zeggen of zich geen raad wisten met de situatie, weer anderen gaven me in het voorbijgaan een klopje op de schouder. Ik heb soms ook gezegd: ik heb er nu even geen zin in. Ik wil nu even voor mezelf, het is even goed zo”.
De uitvaart van Egbert geschiedde volgens het brandweerprotocol. ,,Dat wilde Egbert absoluut. Hij was een op en top brandweerman. Je geeft de uitvaart in zo’n geval volledig uit handen aan de brandweer, die daar een speciaal team voor beschikbaar stelt. Binnen dat protocol is dan echt letterlijk alles mogelijk, echt heel bijzonder, de ultieme uitvaart”. De herdenking vond plaats in een hangar op Eelde Airport. Zo’n 1500 mensen kwamen hun respect betuigen aan Egbert en zijn familie. ,,Op een gegeven moment stond de stoet klaar voor vertrek naar het crematorium in Assen, toen de traumahelikopter uitrukte, boven de rouwauto met Egbert’s kist vloog en het leek alsof hij op dat exacte moment een soort knikje maakte in de lucht, als saluut naar Egbert. Dat vond ik een mooi moment”. In de rit van Eelde naar het crematorium in Assen was de weg volledig vrijgemaakt voor de stoet. ,,Mensen zetten hun auto aan de kant en gingen naast hun auto staan. Heel respectvol”.
Het wegvallen van Egbert heeft een gat geslagen in de familie Ubels en voor Frans brak er een moeilijke periode aan. ,,Die eerste week na zijn dood word je geleefd, je zit in een roes. Het besef komt pas later. Onze familie is nooit meer hetzelfde. Sommige familieleden gingen er heel sterk mee om, anderen hadden het er in het begin erg moeilijk mee. Op een gegeven moment liep ik zelf ook vast en sliep ik slecht. Via-via ben ik toen bij een psycholoog terechtgekomen, ook op aandringen van mijn partner Berend. Die sessies bij de psycholoog hebben mij toen de ogen geopend: houd het niet stil, maar praat erover of schrijf het weg. Ik heb toen besloten alle berichtgeving over het ongeluk, beeldmateriaal en krantenartikelen, te verzamelen, zodat ik het later nog eens terug zou kunnen kijken of lezen. Met name de berichtgeving in de eerste dagen na het ongeluk vond ik belangrijk, omdat ik die dagen voor mijn gevoel heb gemist”. Tot op heden liggen alle knipsels nog ongelezen in een doos op zolder en heeft Frans ook het beeldmateriaal nog niet terug gekeken. ,,Ik heb nog niks teruggelezen of gekeken. Dat lukt me niet, het is nog te beladen, zelfs na tien jaar. Dat komt wel, als ik er klaar voor ben”. Even later schiet hem toch nog iets te binnen: ,,Ik heb één keer de DVD van de uitvaart teruggekeken. Dat was zó heftig, ik barstte in tranen uit”.
,,Egbert was mijn jongste broertje, ik was al elf jaar toen hij werd geboren. Onze ouders hadden vroeger een winkel. Ze waren ontzettend druk, waardoor ik vaak op zaterdag met Egbert in de kinderwagen de boodschappen deed. We waren heel close. Hij was een supervader voor zijn kinderen en een broer en vriend voor mij. Hij was best wel stoer, maar niet overdreven, recht door zee. En soms had hij een beetje een kort lontje. Mijn moeder zei altijd (lacht een beetje): eerst tot tien tellen, voordat je iets zegt. Nee, Egbert was een heel puur mens”.
Die noodlottige vrijdag kwam Egbert tegen het middaguur nog op bezoek bij zijn broer. ,,Als brandweerman had Egbert onregelmatige diensten. Hij schoot vaak even langs voor een kopje koffie als hij vrij was. Die ochtend hebben we nog tot een uurtje of elf, twaalf bij mij in de tuin gezeten. Het zou dat weekend mooi weer worden, we konden wel gaan barbecueën zaterdagavond. Dat is het laatste waarover ik met hem heb gesproken, een paar uur later was hij er niet meer. Een bizar idee. Ik vind het echt onbegrijpelijk wat die drie jongens is overkomen. Egbert was juist bang voor flashovers (een situatie waarbij zich veel brandgassen vormen en deze spontaan ontbranden, red.), wist er alles van af en hij liet wel eens filmpjes zien hoe snel zoiets gaat. Hoe groot was nou de kans dat zoiets hem ook daadwerkelijk zou overkomen?”
Meer dan tien jaar na die verschrikkelijke gebeurtenis zijn er nog met enige regelmaat momenten dat Frans het te kwaad krijgt. ,,Bellen met het gemeentehuis is voor mij een probleem. Als ik sirenes hoor of brandweerwagens door het dorp zie rijden, dan schiet ik in stressstand. Beelden van de aankomst van de stoffelijke overschotten van de slachtoffers van de MH17-ramp kon ik moeilijk aanzien bijvoorbeeld”. Voor rust en berusting mag Frans graag een stukje wandelen op landgoed Vosbergen. Twee keer per jaar legt Egbert’s familie bloemen bij het monument in De Punt en het monument op de brandweerkazerne aan de Burgemeester J.G. Legroweg: op 9 mei, de sterfdatum van Egbert, en op Egbert’s verjaardag 18 oktober ,,Dat is traditie. Mijn ouders drinken die dag een kopje koffie samen met de brandweerlieden op de kazerne van de luchthaven ”.
Na het interview geeft Frans liever aan op de foto te willen bij het monument op de brandweerkazerne, bestaande uit onder andere een brandweerkraan met drie slangen. ,,Dit monument heeft eerst op De Punt gestaan en is door zijn collega’s gemaakt. Dit monument is echt Egbert, het monument dat nu bij de scheepswerf staat is algemener, hoewel die plek bij mij wel meer herinneringen oproept”.
 

UIT DE KRANT

Lees ook