Op de vlucht voor de oorlog
DONDEREN - Maria Margés uit Donderen kwam onlangs in contact met twee Oekraïense vluchtelingen. In vogelvlucht kreeg ze te horen welke reis de vrouwen moesten afleggen om in Vries aan te komen. Niettemin wilde Margés meer weten en voegde de daad bij het woord. Ze ging zonder omwegen het gesprek aan en ontdekte hoe de reis verliep die ondertussen alweer ver achter de vrouwen ligt.
‘Ik maakte onlangs inderdaad kennis met Daria Radna die met een vriendin Svitlana en haar hondje woont aan de Eswal 63 in Vries. Ik kwam met haar in contact via Hermien Schoon, een vrijwilligster van de Protestantse Gemeente Vries. Ieder jaar in november schrijf ik een kerstverhaal waarin ik actuele gebeurtenissen van dat jaar verwerk. Ik kon natuurlijk niet om de oorlog in de Oekraïne heen. Ik wilde graag een persoonlijk verhaal horen van iemand die voor de oorlog op de vlucht ging. Daria spreekt Engels en wilde graag met mij praten. Ze komt uit Charkiv, een grote stad van twee miljoen inwoners in het Noordoosten van de Oekraïne. Ze is er niet geboren, omdat haar vader in die tijd in het leger zat. Oekraïne was toen nog een onderdeel van de Sovjet Unie (tot 1991). Tot haar derde jaar woonde ze met haar ouders in de omgeving van het Lake Baikal in het zuiden van Siberië. Ze heeft in Charkiv op school gezeten en mocht gratis studeren, omdat ze zulke goede resultaten had gehaald. Ze houdt veel van haar stad en spreekt lyrisch over het Square of Freedom en alle culturele voorzieningen. Daria heeft rechten gestudeerd en is een lawyer. Ze is geen advocaat in strafrechtzaken, maar ze begeleidde buitenlanders die in de Oekraïne een zaak willen beginnen. Daria woonde met een vriendin en haar hondje in een groot flatgebouw van tien verdiepingen. Ze woonden op de derde verdieping. Op 24 februari kreeg ze om 05.00 uur in de ochtend een berichtje op haar telefoon van haar directeur dat de oorlog begonnen was. De Russen waren Charkiv binnengetrokken. Haar baas wilde misschien vertrekken naar Azerbeidzjan waar zijn familie woonde. Daria probeerde niet in paniek te raken. Ze ging naar de supermarkt om flessen water te halen en naar de geldautomaat voor contant geld. Er rolden steeds meer Russische tanks binnen vanaf de grens. Ze kwamen de straat in en bleven daar staan. Het leek of de soldaten zelf ook niet wisten wat ze kwamen doen. De bewoners van Charkiv zeiden ‘Go home! Why are you here?’ Toen er raketten werden afgevuurd op militaire doelen, maar ook op flatgebouwen, moesten ze ’s nachts gaan schuilen. Op zeven minuten lopen was een metrostation. De spoorwegen lieten een lege trein naar dit eindstation rijden, zodat mensen daar konden zitten. De eerste vijf dagen na de Russische inval sliepen Daria en Svitlana in het metrostation in een trein. Ze namen het hondje mee, alle waardepapieren en een deken. Ook overdag renden ze regelmatig naar de metro als er een luchtalarm was of als ze dichtbij de raketten hoorden neerkomen.
De Russische TV zei: ’We bombarderen alleen militaire objecten’, maar dat was gelogen. In Charkiv zijn veel militaire opleidingsinstituten en militaire fabrieken. De situatie in de metro was erg angstig. Met honderden mensen in een kleine ruimte, in een trein met huilende kinderen, huisdieren. Er is maar één kraan en drie wc’s. Iedereen zat voortdurend op zijn telefoon berichten te lezen over de oorlog. Er liepen vreemde personen rond die ongevraagd video’s maakten, erg beangstigend. Buiten hoorde je de knallen van de ingeslagen raketten. Overdag gingen de mensen naar huis om zich te wassen en voor zover mogelijk boodschappen te doen. Veel winkels waren gesloten of hadden geen aanvoer meer van producten. Op de derde dag trokken de Russen vanuit Wit Rusland naar Kiev en Tsjernobyl. Haar moeder en oma, broer, vrouw en baby woonden in een groot huis in een andere buurt van Charkiv. Zij schuilden met elkaar in een kleine kelder onder het huis. Haar vader en tweede vrouw kwamen er ook bij. Daria en Svitlana werden steeds angstiger, ze hadden al vijf dagen niet geslapen. Ze besloten in hun huis te blijven. Ze bekeken de kelder van de buren, maar vonden het daar toch niet veilig genoeg. Ze bleven in hun eigen flat achter de sterkste muur. De zesde nacht vernietigde Rusland alle militaire fabrieken en de school van de kadetten dichtbij de flat. De stroom viel uit en de hemel was oranje gekleurd door alle raketinslagen en branden. Ze besloten om weg te gaan. Ze renden eerst naar het Centraal Station om met de trein te vluchten. Op het station was het heel druk met heel veel vrouwen en kinderen. Ze hadden wel een kleine auto, maar twijfelden of die auto geschikt was voor een lange reis. Bovendien hadden ze niet genoeg benzine. Ze zagen dat een stel buren die ze niet kenden de auto inpakten. Zij bleken te gaan vluchten. Ze boden aan om samen te gaan rijden en wilden dat Daria en Svitlana een familielid van hen zouden meenemen in de auto. Ze pakt twee rugzakken in met water, voedsel voor de hond, waardepapieren en de laptop. Om zes uur ’s morgens vertrokken ze uit Charkiv.
Ze reden de stad uit richting het Westen. Onderweg werden ze door Oekraïense soldaten gecontroleerd bij diverse check-points. Daria en Svitlana zag er zo moe en angstig uit, dat de soldaten hen probeerden op te monteren. ‘Wat hebben jullie een leuk hondje’ zeiden ze. Ze gingen naar de provincie Dnipro, waar de ouders van Svitlana wonen. Ze konden in hun huis een nachtje slapen. ‘s Nachts kreeg Daria een paniekaanval. Nu ze veilig was (er vielen geen raketten in die plaats) kwamen alle angsten en doorwaakte nachten weer naar boven. Het was van daar nog 1500 kilometer naar de grens. Ze besloten de auto achter te laten bij de ouders van Svitlana en met de trein verder te gaan. Ze gingen de volgende morgen naar het treinstation. Er kwam één lange trein binnen. De trein was overvol en de deuren bleven dicht. Plotseling ging er per abuis toch een deur open. Daria en Svitlana liepen snel naar binnen met hun hondje. Ze zochten een coupé waar nog een plekje was. Ze konden in een gangpad staan en de hond kon op hun rugzakken liggen. In de trein was het donker. Het was te gevaarlijk om de lichten aan te doen vanwege beschietingen. Ook de telefoons mochten niet gebruikt worden. Ze reden ongeveer 20 uur naar Lviv, een stad in West Oekraïne, dicht bij de Poolse grens. De trein moest regelmatig stoppen of een ander spoor kiezen. In Lviv zochten ze een bus die hen naar Krakiv kon brengen, een grote stad in Polen, waar de broer van Svitlana woont. Ze moesten veel geld betalen voor de rit en ze zaten de hele reis op de grond. Bij de grens van Polen konden ze eindelijk uitstappen, naar de wc gaan en naar de supermarkt. Er waren veel Poolse vrijwilligers die de vluchtelingen wilden helpen. De broer en schoonzus huurden voor tien dagen een appartement voor Daria en Svitlana, zodat ze wat op adem konden komen. Na een week was het geld bijna op en werd Daria ziek. Ze had weinig weerstand meer door alle ontberingen. Het was voor de meiden heel moeilijk om woonruimte te vinden, omdat er vier miljoen Oekraïners naar Polen waren gevlucht.
Via een Oekraïner die al 10 jaar in Polen woont, werden ze ondergebracht bij een gezin met twee kinderen, waarvan de vrouw Anna Russisch bleek te spreken. Ze werden heel gastvrij ontvangen door Anna, haar man Lukas en de kinderen Dominique en Iga. Ze kregen een eigen kamer, ze kookten en aten samen, wisselden recepten uit en werden vrienden. Ze vonden na een maand een flat in dezelfde plaats. Deze flat moest nog wel gerenoveerd worden. Ze wilden graag werk zoeken, maar in deze plaats was weinig werk te vinden. Ze besloten, dat het beter was om door te reizen naar een ander land. Daria had een vriendin in Utrecht die haar vertelde over de opvangmogelijkheden in Nederland. Ze hoorden dat er Nederlandse bussen vanuit Krakiv naar Nederland gingen, naar Eindhoven. In Krakiv ontmoetten ze Nederlandse vrijwilligers, die hen gerust stelden en dekens en appels uitdeelden. Het was weer een lange reis van bijna twintig uur. In Eindhoven was alles goed georganiseerd. Ze kregen ontbijt en vrijwilligers stonden klaar om hen met kleinere bussen verder te rijden naar opvanglocaties in het land. Omdat Daria en Svetlana een hond hebben, konden ze niet bij een gastgezin worden ondergebracht, maar ze konden zich installeren op een camping in Vries. Daria had nog nooit gehoord van het dorpje Vries, maar ze is blij met haar Tiny House. Ze heeft kennis gemaakt met Johan en Yvonne van Plaats de Wereld. Via hen heeft ze een mountainbike gekregen en fietst ze mee met een fietsploegje waarmee ze de omgeving verkennen. Daria kan ook mooi schilderen en maakt mooie stoeltjes. Ze werkt bij Drenthe Tours en maakt daar iedere dag de bussen van binnen schoon. Ze verheugt zich erop om met Kerst naar haar ouders te gaan die nu in Frankrijk wonen. Van de baas van Drenthe Tours heeft ze een elektrisch autootje te leen gekregen. Ze gaan daarmee naar het werk, maar rijden ook de Oekraïense vrouwen en kinderen op de Eswal zo nodig naar de dokter of naar andere belangrijke afspraken. Daria woont vanaf mei in Vries, is al aardig ingeburgerd, maar zodra het kan, gaat ze terug naar Charkiv, waar haar huis gelukkig nog onbeschadigd overeind staat.’