Oprichter Dejo doet boekje open over kunstbeweging ‘Toyisme’

|
| Foto: |
algemeen de krant van tynaarlo

“Wij zijn de enige mensen in de wereld die twee moeders hebben”


ZUIDLAREN – Onlangs kreeg de wereldwijde kunstbeweging ‘Toyisme’ de nodige aandacht voor hun verhuizing van de Koninklijke Luchtvaartschool in Eelde naar het gebouw Vredestein op het Dennenoordterrein in Zuidlaren. Middenin de verhuizing maakt oprichter ‘Dejo’ tijd voor de Krant van Tynaarlo om te vertellen over de kunstbeweging die hij in 1992 in Emmen is gestart. Inmiddels zijn er kunstenaars uit onder meer China, Peru en Mexico aan het toyisme verbonden. Over twee jaar bestaat het dertig jaar en dat wordt op een bijzondere wijze gevierd, maar daarover later meer. Dejo is een pseudoniem, want de echte naam zullen we niet te weten komen. De kleurrijke doch mysterieuze kunstbeweging treedt louter naar buiten met maskers op en dus onder een alias. De journalist stapt Vredestein dan ook met een lichte twijfel binnen op de donderdagmiddag als hij iets vroeger dan aangegeven arriveert op Dennenoord. Wat hij daar treft? Dejo. Zonder masker.


“Ik ben Dejo”, vervolgt de sympathieke man in de deuropening. Een beetje verongelijkt kijkt de journalist hem aan en vraagt: “Ben ik te vroeg? Ik dacht dat ik mensen met maskers op zou ontmoeten.” Dejo begint te lachen: “Ja, je bent niet de enige die dat denkt als ze bij ons op bezoek komen.” Feit is echter dat de kunstenaars die aan toyisme zijn verbonden tijdens projecten met maskers op werken en onherkenbaar in de media verschijnen, omdat het volgens hen om de kunst gaat en niet om de kunstenaars. “In de kunstwereld stikt het van de ego’s. ‘Dit ben ik’ en daarachter komt de kunst pas. Wij verheffen de kunst boven het individu en willen kunst laagdrempelig houden en toegankelijk maken voor iedereen. Mensen hoeven bij ons geen entree te betalen om kunst te aanschouwen en te waarderen”, verklaart de oprichter.


Dejo richt Toyisme Studio in 1992 op samen met twee anderen. Als één daarvan stopt vanwege een persoonlijke reden en de ander de kunstbeweging ook laat voor wat het is, blijft hij in zijn eentje over: “Toen stond ik er opeens alleen voor. Ik besloot op wereldreis te gaan in 2001 en daardoor heb ik ontzettend veel nieuwe inzichten gekregen. Ik ben het over een andere boeg gaan gooien en heb toyisme toegankelijk gemaakt voor andere kunstenaars.” Het blijkt een gouden greep, want twee jaar later bestaat de groep uit vijf kunstenaars en besluit Dejo een manifest te schrijven. In dat manifest komt naar voren dat het maximum aantal kunstenaars die aan de beweging verbonden kan zijn zesentwintig is: “Ieder lid kiest een letter van het alfabet en verzint een pseudoniem die nog niet voorkomt op Google en dat is nog best lastig. Daarom zie je ook een aantal bijna onuitspreekbare namen tussen de lijst met kunstenaars staan.” Naast de schuilnaam en een kinderfoto die een kunstenaar zelf kiest, maakt Dejo voor elke kunstenaar een beeld. Dat vormt samen de totale identiteit van een kunstenaar die bij de beweging is aangesloten.


Vanwege de enorme reislust die Dejo schuilt, komt hij op allerlei plekken in de hele wereld. Zo verspreidt hij het toyisme over de wereld als een omgestoten verfblik de verf over het tapijt. Dankzij die reislust telt toyisme inmiddels maar liefst twintig professionele kunstenaars van over de hele wereld. “We willen ook alleen professionele kunstenaars die veertig uur per week in de kunst werken”, laat Dejo weten. Het blijkt dat je namelijk niet zomaar toegelaten wordt tot de kleurrijke beweging. Ieder nieuw lid ondertekent het manifest en moet bijvoorbeeld zes maanden in opleiding: “Iedere maand krijgt diegene één opdracht. Uiteindelijk bepalen we samen of het iets voor diegene is. Men moet zich realiseren dat het bij ons van essentieel belang is dat je jezelf weg kunt cijferen voor de kunst.” Daarin zit volgens Dejo ook het verschil tussen een collectief en de beweging: “Kijk, wij zijn een groep kunstenaars die samenwerken aan een project. Je moet daarin je ego aan de kant kunnen zetten. Als je als kunstenaarscollectief een expositie hebt, dan kom je niet aan andermans schilderijen. Als je bij ons echter bij een project met de kleur groen bezig bent, dan kan het zomaar zijn dat er vier andere toyisten nog een keer met een laag groen overheen gaan. Daar moet je wel tegen kunnen.”


Inspiratie is key. Dat komt vaker terug in het verhaal van Dejo. Waar in de wereld hij dan ook komt, gaat het om inspiratie. Zo pakken ze in Hongkong en Peru een school aan, in Beijing een muur aan, in IJsland een watertoren, en in Emmen de grote gasbol: “Het gaat niet alleen om kunst. Het biedt rijkdom. Je deelt daar zoveel met de mensen dat een project veel meer waard wordt. Kunst is daarin de gemeenschappelijke deler.”


In totaal heeft de beweging zo’n veertig leden gekend. Er zijn leden overleden en er zijn ook kunstenaars gestopt: “Het is geen sekte ofzo hoor”, lacht Dejo, “Nee, leden mogen gaan en staan waar ze willen zo lang ze zich maar houden aan het onderschreven manifest.” De oprichter geeft het manifest de naam ‘Moeder’. “Wij hebben dus als enige mensen in de wereld twee moeders”, verklaart de oprichter. In het zeven kantjes tellende document staan de spelregels opgesteld. Zo mag men na vertrek geen geheimen en namen prijsgeven. “Dat is niet zo zwaar als het klinkt hoor, maar het waarborgt wel de identiteit van onze beweging”, legt Dejo uit.


De oprichter is koning te rijk met hun nieuwe plek en komt tijdens een rondleiding superlatieven te kort: “Moet je kijken, we hebben zelfs een lift. Wij hadden ons geen mooiere plek kunnen wensen.” Kixoz, ook toyist, is dan nog druk aan het stofzuigen in een andere ruimte. Vredestein heeft immers een jaar of vijf á zes leeggestaan: “Je wilt niet weten hoeveel muizenkeutels we hier tegen zijn gekomen. Het begint er nu gelukkig een beetje op te lijken.” De kunstenaars zijn buitengewoon druk met het naar eigen wens inrichten van het nieuwe gebouw: “We zijn heel blij met deze locatie en willen Linda Reinalda van de gemeente Tynaarlo nog bedanken voor de tip. Zij kwam tijdens een open dag in Eelde langs en tipte ons om met Lentis in gesprek te gaan over een nieuwe locatie en nu zitten we hier!” Waar de kunstenaars in Eelde nog in aparte pilotenkamertjes schilderen, beschikken ze hier over meerdere grote ruimtes waar ze samen kunnen schilderen. Tijdens de rondleiding geeft Dejo een kijkje in de toekomstige inrichting: “Dit is de galerie, dit wordt de ruimte voor het geven van workshops en dit wordt een relaxruimte. Lekker dichtbij de tuin.”


Het lijkt erop dat er een kunstenaarswalhalla wordt gerealiseerd in Zuidlaren. En die walhalla kan men als de coronacrisis het toelaat twee keer per maand bezoeken. Mensen die meer willen weten van toyisme zijn dan van harte welkom en kunnen tevens werken van de beweging kopen. Dejo dringt daar in het gesprek ook op aan: “Er is echt voor ieder wat wils te koop en voor allerlei budgetten.” De projecten van Toyisme Studio zijn momenteel allemaal afgeketst door de coronacrisis. Zo is een mooi project in Zuid-Amerika afgelast en is het afwachten of dat nog wel doorgaat. “Het is een ongekende crisis. De wereld staat op zijn kop”, vertelt Dejo. Toch biedt het ook weer inspiratie, want het coronavirus wordt met een bepaald symbool uitgebeeld. Een stip. En laat dat nou net een essentieel onderdeel zijn van de  werken van de kunstenaars die bij het toyisme zijn aangesloten. “Niemand weet dit nog, maar we gaan een groot coronadoek maken van zeker vijf bij twee meter waarin alles terugkomt. Van de virusbolletjes tot de psychologie erachter. Op welke manier gaan mensen ermee om? Deze crisis doet zo ontzettend veel met iedereen, dat we dit zeker niet aan ons voorbij kunnen laten gaan. De eerste schetsen zijn gemaakt en over twee jaar bestaan we dertig jaar. Dan pakken we groots uit! Misschien wel museaal. Misschien zelfs museaal en in het buitenland.”


Tot slot geeft Dejo aan dat zijn leven een stuk armer zou zijn als hij het toyisme niet had gehad: “Ik ben door zoveel verschillende mensen geïnspireerd en ik denk dat het belangrijkste is dat je iets achterlaat voor jonge mensen waar zij weer inspiratie uithalen. Dat is mijn voornaamste doel. Ik wil nooit meer wat anders.” En dat is best bijzonder, want naast zijn opleiding aan de kunstacademie, doet hij ook een studie Economie en is hij jarenlang financieel adviseur: “Ik wil er geen moment meer aan denken. Als je de capaciteit hebt en het geluk dat je over een bepaalt talent beschikt, dan ben je gek als je jarenlang als slaaf voor je baas werkt.” Het speelse en kleurrijke van zijn kunstbeweging vindt hij veel te mooi. “Ik speel, dus ik ben. Dat is het motto”, vertelt Dejo.


In het portfolio van Toyisme Studio wordt het perfect samengevat: “In een wereld waar alle informatie binnen een klik is, weten zij het mysterie in tact te houden. In een universum waarin iedere kunstenaar gezien wil worden, claimen zij de anonimiteit.” En die mysterie komt weer naar voren als de foto gemaakt moet worden. Dejo en Kixoz. Mysterieus en anoniem. Speels en kleurrijk. Het enige wat we te weten krijgen is het pseudoniem. En het is goed. Het mystieke geeft kleur aan de beweging zoals de beweging kleur geeft aan de wereld. Bij het afscheid worden geen handen geschud. Wel loopt hij nog even mee om de journalist uit te laten. Dejo. Zonder masker.




|

UIT DE KRANT

Lees ook