Schaapherder Nico Buitenkamp geniet van zijn schapen

Afbeelding
Nieuws

“Met sommige schapen heb ik een klik, die komen me dan een knuffel geven”


SCHIPBORG/VRIES – Hij is inmiddels twaalf jaar schaapherder, Nico Buitenkamp uit Schipborg. Een bekend gezicht in de streek, want hij is geboren Zuidlaarder en hij heeft negentien jaar in Vries gewoond. Mocht men hem niet kennen, dan is menigeen bekend met Buitenkamps schaapskuddes die door gemeente Tynaarlo grazen. “De gemeente huurt mij in om op een ecologische wijze het beheer van het grasland vorm te geven”, legt hij uit. Zijn werk wordt echter niet alleen ingezet voor het beheer van het grasland, hij wordt ook gevraagd om op bepaalde plekken in de gemeente te zijn ten behoeve van het toerisme: “Ik sta geregeld op de Brink in Zuidlaren met een gedeelte van mijn kudde. Dat vinden de toeristen schitterend.”


Schapen zijn van origine vluchtdieren. De oude Drentse heideschapen zijn het oudste schapensoort van West-Europa. Buitenkamp heeft er 180 van bij Landgoed Lemferdinge lopen in Eelde. Bij het gemeentehuis lopen op het moment dat we Buitenkamp spreken zo’n 80 Schoonebeker heideschapen. In totaal beschikt de Schipborger inclusief lammetjes over ongeveer 750 schapen. “Daarvan zijn er ongeveer 600 ooien en 150 rammetjes. Wat je hier ziet zijn allemaal ooien. Van de rammetjes worden potentiële dekrammen geselecteerd. De rest wordt naar de slacht gebracht”, legt Buitenkamp uit. Op de vraag of zijn schapenhart daar niet van gaat huilen geeft hij aan: “Een ram is heel oneerbiedig gezegd, een restproduct. Bovendien lever ik aan restaurants in de regio, want het vlees van mijn schapen wordt gezien als streekproduct en is dus erg populair.” De ooien worden apart gezet en na een jaar of acht in de wei te hebben gegraasd worden ze zoals Buitenkamp dat verwoord ‘ververst’.


Volgens de schaapherder is het vanzelfsprekend dat je in de loop der jaren een band met bepaalde ooien opbouwt: “Ja, sommige herken je wel op een gegeven moment. Een schaap is een vluchtdier, daarom ze ook zo alert. Toch zijn een aantal best aanhalerig. Als ze je kennen, dan trekken ze echt naar je toe. Er zijn er zelfs bij die even een knuffel komen geven.” Als ze zien dat Buitenkamp zijn auto parkeert en zijn bordercollie Thor naar buiten laat, hebben ze meteen in de gaten dat er iets aan zit te komen. Zo komt de schaapherder geregeld poolshoogte nemen, het water verversen of de nodige verzorging te bieden. In dit geval staat er iets ongebruikelijks op het programma, namelijk een interview. “Dat heb ik niet zo vaak, dus dat zullen ze wel bijzonder vinden”, lacht Buitenkamp.


In totaal heeft hij drie bordercollies. Don, de oudgediende van elf jaar, is er vandaag niet bij. De twee andere honden heeft hij wel mee. Thor van zeven, die de kudde vandaag bijeendrijft. Maar in de auto zit nog een kleine verrassing, bordercolliepup Joe. Slechts vier maandjes oud. “Ik leid mijn eigen schapendrijvers op. Met Joe heb ik nu net een aantal trainingen gehad. Er zijn ook bepaalde schapen die ik daarvoor gebruik, zogeheten trainingsschapen”, vertelt de schaapherder.


Zijn werk wordt nogal eens geromantiseerd volgens de sympathieke Schiphorger: “Ik maak soms dagen van tien uur. Die komen vaker voor dan dagen van acht uur. Bovendien kun je op ieder moment van de dag opgeroepen worden. Als er bijvoorbeeld een uitbraak is of wanneer een vreemde hond in de kudde loopt. Sommige mensen vinden dat zoiets wel kan, omdat hun hond dan leuk kan spelen. Ze weten alleen niet wat ze daarmee aanrichten. Als een kudde op drift raakt, dan gaan ze dwars door de rasters heen en vaak de weg op. Dan ben je verder van huis.”


Als we het erover hebben, herinnert Buitenkamp zich een voorval bij het Zuidlaardermeer: “Een groep jeugd vond het leuk om de netten open te zetten. Ik werd middenin de nacht gebeld door de politie, dat ze schapen op de Groningerstraat hadden gevonden en of die misschien van mij waren. Ik heb mijn schapen daarop onder politiebegeleiding vanaf de Groningerstraat teruggebracht naar Zuidlaren. Dat was een heel bijzonder nachtelijk avontuur.”


Tot slot benoemt hij het gevoel van vrijheid tot het leukste van zijn vak. “Daarnaast krijg ik veel aandacht van de burgers die het werk dat ik doe over het algemeen prachtig vinden. De samenwerking tussen de hond, de mens en het schaap intrigeert me nog altijd. De liefde die je van schapen krijgt en de klik die je hebt met schapen vind ik heel bijzonder. Voor een vluchtdier is dat toch een beetje vreemd.”

UIT DE KRANT