Thuis in Tynaarlo: Piet Voogd ‘Het leven is een heerlijk avontuur’

Afbeelding
Foto:
Thuis in Tynaarlo

EELDE - Verknocht is hij aan de Boyckemaheerdt, een kop-hals-rompboerderij uit de 16e eeuw in Ezinge, in de Groninger landstreek Middag-Humsterland, waar het Aduarderdiep en het Reitdiep naar het Lauwersmeer stromen. De opa van Piet Jacob Voogd (roepnaam Piet) koopt in 1915 deze boerderij en voert er een groot vee- en akkerbouwbedrijf. 

Piets vader Albert (1900) groeit op de (hernoemde) Boikemaheerd op, trouwt met boerendochter Hendrikje Wolters (1905) en vanaf 1925 runnen zij samen 45 jaar lang het bedrijf. Zij krijgen twee dochters en vijf zonen, waarvan Piet de op één jongste is. Piet Voogd (1938) groeit weliswaar ook op de Boikemaheerd op, maar heeft er niet zo’n trek in om boer te worden; zijn belangstelling ligt bij het organiseren en managen. Hij heeft een helder verstand en is sportief aangelegd. Na de ulo doet hij de hbs in Groningen er met plezier achteraan. Op de hbs ontwikkelt hij zijn kritische denkvermogen, wat zijn kerkse geestelijke vorming verrijkt, zegt Piet. Ook ontdekt hij hier zijn voorliefde voor de exacte vakken. Na de hbs vervult Piet zijn militaire dienstplicht en proeft hij aan de kaderopleiding voor (onder)officieren, maar Defensie past niet bij hem. Het geluk lacht hem al toe sinds hij als 16-jarige op de ijsbaan van Ezinge is gespot door Antje (Ant) Slopsema (1939), dochter van de plaatselijke transportondernemer. Ant is praktisch ingesteld en met haar ulo-diploma gaat ze als 17-jarige aan het werk op kantoor bij een houthandel in Stad.
Piet werkt vanaf 1962 weliswaar mee op de Boikemaheerd, maar verkent daarnaast ook zijn kansen als leidinggevende bij de Staatsmijnen in Limburg; het leven onder de grond trekt hem echter niet.
Piet en Ant trouwen in augustus 1964 en in 1965 en 1970 worden de dochters Mieke en Helga geboren. In 1970 neemt hij samen met oudere broer Biense Oege de Boikemaheerd over en gaat hij er met zijn gezin wonen. Ondertussen volgt hij bijscholingen in het landbouwonderwijs.

Eindelijk boer, dus? Piet verdient de kost als boer, maar hij heeft ook bestuurlijke ambities in de kerk en de lokale politiek. Als tiener is Piet al lid van Arjos, de jongerentak van de ARP, later het CDA. Hij wordt jeugdleider in het kerkelijke jeugdwerk en wordt in 1964 lid van de regionale afdeling van de ARP. Gewicht in de schaal legt Piets vermogen om te gaan met geloofs- en belangenconflicten: ‘Ik vond dat politieke handwerk machtig interessant, voelde me destijds wel een pionier in de meer behoudende christelijke politiek in het Westerkwartier. Ik leef naar Gods genade, lees graag de Bijbelse verhalen, maar wil graag verschoond blijven van strikte kerkelijke leefregels. Deze reformatorische visie geeft mij adem en koester ik nog steeds’.

Piets vader stapt in 1970 uit het bedrijf, dat tien jaar later plaats moet maken voor woningbouw. De schadeafhandeling is een moeizaam gevecht met de gemeente. ‘Veel van opgestoken’, glimt Piet. Intussen bereiden de drie broers Voogd (Simon, Biense Oege en Piet) de oprichting van een grote, moderne veehouderij voor, bijgestaan door landbouwvoorlichters van het ministerie. Vanaf 1976 runnen de broers De Brillerij, een grote veehouderij aan het Aduarderdiep, tot in 1987 de broederlijke samenwerking spaakt loopt.

Piets politieke scholing brengt hem in 1972-1976 het raadslidmaatschap van Ezinge en vanaf 1985 is hij wethouder Ruimtelijke Ordening en Buitenwerken. Hij doet het politieke bestuurswerk met plezier. ‘Ezinge werd steeds meer een geliefd forensendorp voor academici van de Rijksuniversiteit. Zij richtten Kijk op Ezinge (KOE) op, een kritische partij. De bestuurders van CDA, PvdA en KOE kennen elkaar goed en gunnen elkaar wat. Dat maakt besturen prettig’, geeft Piet zijn toverformule prijs. Bij conflicten tussen de bestuurslagen is Piet de bemiddelaar met een visie, wijs én geduldig. De rotonde in de N361 bij Winsum is de stille getuige van zijn bestuurlijke vastberadenheid. Vanaf 1990 is Piet nog twee termijnen raadslid in de gemeente Winsum, waarin Ezinge inmiddels is opgegaan.

Piet is bevriend met Wijnand Pon, die een veehouderij op Aduarderzijl heeft. Op verzoek van Pon verkent Piet in 1988 de kansen voor grootschalige veehouderij in het buitenland. Samen met dochter Mieke gaat Piet hiervoor naar Amerika, gevolgd door Schotland, Canada en Oost-Duitsland. In deze rol komen Piets kunde, kennis en ervaring samen. Piets gezondheid krijgt in 2000 een dreun als hij endeldarmkanker blijkt te hebben en een stoma nodig is. Zijn geest is echter nog helder en Piet wordt enkele jaren bestuursvoorzitter van de Drentse stomavereniging, verbonden aan het KWF. Als hij gelijktijdig een ernstige oogziekte blijkt te hebben, is autorijden en functioneren op het veebedrijf van Pon niet meer mogelijk. Piet besluit in Eelde te gaan wonen, in de buurt van dochter Mieke. Ondanks al deze tegenslagen is zijn humeur onverwoestbaar: ‘Het leven is een heerlijk avontuur’. Gelukkig maar.

UIT DE KRANT

Lees ook