"Wij maken ons druk om kleur auto, zij om elke dag te overleven"

PITESTI/VRIESOnder leiding van Harm Katoele, voorzitter van de Stichting Tynaarlo – Pitesti, bezocht een delegatie uit de gemeente Tynaarlo van 29 november tot en met 2 december de Roemeense stad Pitesti. Gemeentesecretaris Jan van Muijen en beleidsmedewerker sociale ontwikkeling Gerda Koopman gingen namens de gemeente Tynaarlo mee.

Harm Katoele is de stuwende kracht achter de Stichting. De gemeente Tynaarlo onderhoudt al jaren vriendschapsbanden met Pitesti. In 1995 is de werkgroep Tynaarlo – Pitesti ontstaan. Het is begonnen met het sturen van hulpgoederen naar dit eens armoedige deel van Roemenie. Tegenwoordig ligt het accent op kennisuitwisseling in het onderwijs en gezondheidszorg. De Stichting Tynaarlo – Pitesti ontving in 2010 samen met de Menso Altingschool uit Paterswolde en de gemeente, een Europese subsidie voor het ‘Comenius Regio project’. Dit project heeft tot doel om zowel in Tynaarlo als in Pitesti het vrijwilligerswerk te ontwikkelen. De nadruk ligt daarbij op het verbeteren van de samenwerking tussen de gemeente, een school en een vrijwilligersorganisatie. In Roemenië staat vrijwilligerswerk nog in de kinderschoenen. Het bezoek was gepland rondom de Nationale Feestdag. Er vonden ter gelegenheid van de uitwisseling veel activiteiten plaats met onder meer kunst en cultuuruitingen van vrijwilligers. Gemeentesecretaris Jan van Muijen, die namens het college mee was, moet even bijkomen van de indrukken. "Het zet je even weer met beide benen op de grond", meent Jan van Muijen. "Daar staat nog wel oude koffie", maakt demissionair wethouder Henk Kosmeijer een cynische opmerking over de huidige crisis. Maar wat is crisis als je Roemenie hebt gezien. Of beter Pitesti, een stad in het zuiden van Roemenie, met zo’n 170.000 inwoners. Een industrieel centrum (vlakbij staat de Dacia-autofabriek), dat verder bekend is om de traditionele Roemeense pruimenjenever.

"Je leert de nuance van onze problemen van de recessie", vertelt Van Muijen. "Je leert van de Roemenen hoe je met schaarste kunt omgaan. Dat je met eenvoudige middelen ook uit de voeten kunt. Neem het statige gemeentehuis van Pitesti. De inrichting bestaat uit oude houten tafels en stoelen. De situatie in een verzorgingshuis is erbarmelijk. Het personeel krijgt al tijden geen salaris, maar ze werken wel door, anders hebben ze geen baan meer. We hebben een dagopvang een tehuis voor gehandicapte kinderen bezocht. Dan moet je je voorstellen dat er tien gehandicapten zitten in een kamer die kleiner is dan deze (in het gemeentehuis, red.). Ze werden bezig gehouden, maar dit stelde naar onze maatstaven niet veel voor. Het mooiste was dat de Eelder rockband Moon Radio- je kent ze wel van die stoere jongens- speelden met een aantal geestelijke gehandicapten. Het enthousiasme van die mensen, maar ook het optreden zelf, onvergetelijk".

"Ondanks de grote achterstand die Roemenie heeft op het Westen zijn er wel ontwikkelingen gaande. Ik ben er in 2010 ook geweest. Het winkelcentrum bijvoorbeeld is gemoderniseerd. Maar als je denkt dat je dure spullen goedkoop kunt krijgen heb je het mis. Een dure merkjas kost gewoon 200 euro. Maar alleen de welgestelden kunnen dit betalen. Een ambtenaar verdient tussen 150 en 300 euro per maand. We hebben ook een rondleiding gehad op een hogeschool. Op school zaten heel veel arme kinderen en er heerst veel ellende. Ouders hebben geen geld om de studie van hun kinderen te betalen. De stichting heeft- door middel van acties als een sponsorloop- geld beschikbaar gesteld en twee leerlingen ‘geadopteerd’, zodat ze hun studie af kunnen maken. Daarnaast overhandigde Antje van Til namens de Menso Altingschool aan de vrijwilligersorganisatie ‘Save the Children’ schoenendozen vol spulletjes voor kinderen uit arme gezinnen".

De uitwisseling stond in het teken van kunst en cultuur. Een bezoek aan de ‘School of Art’ stond ook op het programma. Dat is een kunst-en muziekschool. Verder was de delegatie betrokken bij de opening van een tentoonstelling, ingericht door de kunstenaars Geertje Koops en Christa Doornbos. Dit kwam voort uit een uitwisselingsproject tussen scholen uit Pitesti en de gemeente Tynaarlo, die hun werken lieten zien. Van Muijen maakte in Pitesti de Nationale Feestdag ( 1 december) mee. De feestdag is uitgeroepen nadat door het ‘Verdag van Lulia’ Transsylvanie aan Koninkrijk Roemenie werd gevoegd in 1918. "Heel indrukwekkend was de kranslegging bij het nationaal monument, waarbij de minister-president, de militaire top van het land en politieke kopstukken aanwezig waren. Maar ook de tentoonstelling van karikaturen over oorlog en vrede, gemaakt door vierhonderd kunstenaars uit 43 landen. Roemenen houden hun tradities in ere. En dat houdt ook de kenmerkende dans in, de ‘Hora’, die iedereen danst, zoals bij ons de klompendans vroeger." En dan het vrijwilligerswerk. "In Nederland is zo’n "40 procent actief in vrijwilligerswerk. De Roemenen, die dit aan den lijve zagen bij het Bloemencorso, willen dit ook leren organiseren. Ze hebben daarin al stapjes gemaakt. De eerder genoemde dagopvang wordt voor 40 procent gerund door vrijwilligers, waaronder ook artsen. Ze hebben met beperkte middelen heel veel plezier, daar kunnen wij nog wat van leren. Doelstelling van deze reis is niet alleen van elkaar leren, maar ook activiteiten uitwisselen en samenwerken op gebied van kunst en cultuur. Belangrijkste vindt Van Muijen dat mensen het verschil zien tussen onze ‘verzuurde’ maatschappij en het overleven van een bevolking, in een land op enkele uren vliegen.Ik hoop dat mensen eens verder kijken dan hun voordeur. Dat mensen het in andere landen veel slechter hebben. Wij maken ons druk om de kleur auto, zij om elk dag te overleven".delegatie in drentse dracht 2