Michiel Visser uit Vries bivakkeert tot eind januari in West-Afrika. De Vriezenaar fietst voor de ‘Stichting Touaregsmali’ om geld in te zamelen voor een nieuw schoolgebouw. Visser bericht regelmatig over zijn avonturen.

JanjangBureh, The Gambia, 23 november.

Uitkijkend over de Gambia rivier laat ik de eerste week van de West Afrikatour nog eens langs me heengaan. Ze zeggen wel eens dat Afrika iedereen pakt en dat geldt zeker ook voor mij. Het begint al in Dakar, miljoenenstad op het westelijkste puntje vanAfrika. Eerst zie je alleen de chaos, de armoede, bijna alles is min of meer kapot. Bij ons zien auto’s er op het autokerkhof er vaak beter uit dan hier op straat, vooral de taxi’s lijken helemaal nergens meer op. Er zijn regels voor het verkeer,maar meer nog dan de geschreven regels zijn er de ongeschreven wetten: niemand zal niemand omver rijden,maar zolang er geen contact is, is alles geoorloofd. Als fietser ben je de paria van de weg, onderaan in de hiërarchie. Die wordt aangevoerd door vrachtauto’s. Als zij aan de linkerkant van de weg willen rijden omdat rechts de kuilen te diep zijn, dan wijkt het andere verkeer ook naar links uit. Ik heb veel van het verkeersgedrag geleerd toen ik op de fiets een visum voor Burkina Faso ging regelen, nuttig voor de latere dagen op de Senegalese wegen. Zaterdag de 19e gingen we op weg, 12 deelnemers op de fiets, een begeleidende truck en een bestelbusje. Meteen een zandweg op langs Lac Rose, na 3 kilometer viel er iemand van zijn fiets en bezeerde haar knie: voor de rest van de dag in de truck. Een aantal van ons werd direct flink aangepakt door de zon en de hitte, de temperatuur steeg naar 37 graden. ’s Nachts reageerde mijn lijf met koorts. De volgende dag voorzichtig verder, het ging steeds beter. Buiten Dakar maakt bebouwing, vaak maar deels afgebouwd, steeds meer plaats voor groen. Gigantische baobabs (apebroodboom) staan verspreid in het landschap. Maar overal zijn mensen, altijd. Als je ergens van de fiets stapt, verzamelen zich direct nieuwsgierige kinderen om je heen, "Toubab, toubab" roepend (witte man/vrouw) en ze willen jou en je fiets even aanraken. de mensen zijn arm, zeer arm. Van alles wat ze gebruiken wordt de levensduur minstens drie keer zo lang gemaakt als bij ons. Peugeots 505 uit de 80-er jaren als taxi bevolken de weg, zonder verlichting, soms zonder zijramen, maar met stichtelijke teksten zoals Touba en Alamdoulilah, wat zoveel betekent als "dank god voor de veilige thuiskomst". Het is allemaal oud, kapot, er ontbreekt van alles aan, maar het rijdt. Maar de mensen zijn niet zielig of teneergeslagen. Dit is hun wereld en ze leven erin zoals wij in de onze, met waardigheid en nemen zoals het is. De dagelijkse probleempjes zijn hetzelfde, zoals wij ons druk maken of de post op tijd bezorgd wordt of de bakker ons favoriete brood nog in voorraad heeft, zo ligt de vrachtwagenchauffeur onder zijn wagen, zich afvragend of hij de boel weer aan de gang krijgt vóór donker. En zo nee,dan gaat hij morgen maar verder.Wij in Nederland maken ons vaak druk om de dag van morgen of volgende week, terwijl hier in Afrika de mensen meer met het moment van nu bezig zijn. In het nu zijn er problemen genoeg, piekeren over de toekomst kan daar niet ook nog bij. Wij zeggen dan al gauw dat er hier nooit iets goed geregeld is. Misschien. Maar de gemiddelde Senegalees kan het zich niet permitteren met lange termijn vragen bezig te zijn. Hij moet vandaag zien te overleven, morgen is een nieuwe dag. Na enkele dagen tekenen zich patronen af in de fietsgroep. De snellere deelnemers, de langzamere, degenen die nog alles gefietst hebben en zij die al een of meerdere keren in de bestelwagen hebben gezeten omdat het te warm en te ver was. Gelukkig behoor ik nog tot de groep die alles gefietst heeft en ben ik een van de snelsten. Dat geeft vooral ’s morgens rust. Ik hoef niet voor dag en dauw (?) weg, maar kan rustig ontbijten dito lunchen. Engels is de voertaal, want de groep bestaat uit nederlanders, een zweedse, een australiër, een paar Engelsen, een Duitser en een Fin. We staan ’s morgens in het donker op, zo rond zes uur. Om zeven uur ontbijten en tussen half acht en acht uur de weg op. Tot een uur of elf blijft de temperatuur dragelijk, daarna passeert ze de 35 graden en kan het doorschieten naar boven de veertig. (record tot nu toe 42,5 graden). De grens tussen Senegal en Gambia was een typisch Afrikaanse, veel stempels halen, wachten, wat babbelen met de douaniers, nog meer wachten, nog een stempel in een volgend kantoortje en weer op weg. Op het moment van schrijven (28/11) zitten we inmiddels in Mali, weer opgeschrikt door enkele ontvoeringen en een dramatische moord op een toerist. We zitten een een regio ver daarvandaan, maar waakzaamheid blijft geboden. Overmorgen, gaat het over onverharde wegen verder richting Bamako, de hoofdstad van Mali.

Michiel Visser

De sponsoractie van de Emté, waarbij mensen hun statiegeldbon in konden leveren om de bouw van de school in Mali te ondersteunen heeft ruim €35 opgeleverd.  De actie bij bakker Harms loopt nog de hele maand december. Voor een kleine donatie en het raden naar het gewicht van een flesje met woestijnzand kan iedereen meedingen naar een lekkere taart.afrika