‘Alleen ga je snel, samen kom je verder’
ZEIJEN – Onder grote belangstelling heeft wethouder Harm Assies afgelopen vrijdag met behulp van een kraan de laatste steen in de ‘ voorde’ van de Grote Masloot, een van de beken bij Zeijen gelegd.
Deze stenen in de voorde (oud- Drents voor doorwaadbare plaats van een beek) lagen op de bodem en die wilden we weer zichtbaar maken", vertelt At de Groot, voorzitter van de werkgroep Zeijerwiek. "En niet alleen zichtbaar. Het bruggetje hebben we gelaten. Die stenen zijn nat. Daar durft niet iedereen overheen lopen". Harm Assies, die voor de gelegenheid zijn werkschoenen uit de kast heeft gehaald ("ik laat me niet verrassen"), stapte achter het stuur en deponeerde de symbolische laatste steen bij de overige keien. Het deed het geroutineerd. Ook het over de stenen wandelen vormde voor hem geen probleem. De talloze genodigden keken de kat uit de boom. Maar dan komen plotseling een in authentieke kleding gestoken kerkgangers (dit was het oorspronkelijke kerkenpad) aan en steken de beek over. Als dan eentje toch bijna in het water valt en in ieder geval waterschade oploopt, is het gelach niet van de lucht langs de veilige droge kant. "Dat was die laatste steen", is de opmerking. Terwijl Assies begint met zijn toespraak ("dit is al jaren de kracht van Zeijen") verstoort de graafmachine zijn speech. Hier wordt gewerkt. Kenmerkend. "De kracht van Zeijen is dat het dorp oog heeft voor zijn omgeving", vervolgt Assies zijn toespraak. "Het leuke is dat andere dorpen dit overnemen. En alle groepen doen mee. Ook Boermarke, de landeigenaren. Het ‘Omgevingsplan IV’ van Zeijen maakte ook het college enthousiast. Het sluit aan bij het Landschappelijk Ontwikkelingsplan van de gemeente. Kenmerk voor Drenthe is dat ook provincie en regio steun verlenen". Zeijen zou Zeijen niet zijn of het wordt groots aangepakt. De grote groep, waaronder vertegenwoordigers van Staatsbosbeheer, Waterschap, Werkgroep Zeijerwiek en Provincie Drenthe en landeigenaren krijgen alle projecten te zien. En dus wandelen we langs gerestaureerde houtwallen, hekwerken die de beekdalen zoals Masloot herkenbaar moeten maken, originele Drentse landhekken, het opgeknapte ijsclubgebouw, de Tjasker en het paradepaardje Zeijerwiek. Bij ieder project wordt even stilgestaan, en volgt een toespraak en vooral dankwoord. Toverwoord is samenwerking. Tussen betrokken instanties. Dat werd ook aangegeven in een presentatie in zaal Hingstman, voor iedereen in de benen moest. De Groot: "Het landschap is als een tweede huis. Je kent het. Maar in dit huis geen meubels, wel elementen. Die elementen zijn verwaarloosd of verdwenen. Een aantal van deze elementen herstellen we of worden aangelegd. Maar op nationaal niveau is er minder aandacht voor natuur. Mijn dank gaat dan ook uit naar de gemeente Tynaarlo, het Waterschap en Provincie Drenthe". Tijdens de presentatie noemde Roelof Heling, ook vrijwilliger bij de werkgroep Zeijerwiek nog een wens: Zeijerwiek open. "Maar doordat de grond zo vervuild is is sanering te duur en kunnen alleen de accenten zichtbaar gemaakt worden". En dus staan we aan de kade, met zicht op een droge kanaal. Een kanaal, waar eens scheepvaart was en een haventje. En waar vroeger gezwommen werd. "Ooit zal er water komen. I have a dream", deed Heling een smeekbede. Of zoals een inwoner het anders formuleerde: het heeft ‘blauw gras’ nodig. Bij de kade wordt nogmaals de samenwerking omschreven. Dit keer met een Chinees spreekwoord. ‘Alleen ga je snel, samen kom je verder’. Al dan niet met droge voeten.