Wielrenner Bodi del Grosso droomt van profcarrière

Afbeelding
algemeen de krant van tynaarlo

“Ik laat heel veel voor de sport en hoop dat dat beloond wordt”


EELDE – Bodi del Grosso is pas achttien jaar, maar reist al door heel Europa om wedstrijden te rijden. De jonge wielrenner heeft al diverse koersen mogen rijden en verschillende prijzen gepakt. Onlangs viel hij, bij het NK Tijdrijden, met een vierde plek net buiten de prijzen. De inwoner uit Eelde doet er alles aan om aan de top te komen. Hij traint zo’n dertien uur per week, verdeeld over vijf dagen. Komende weken staan er ook weer diverse, internationale koersen op het programma. “Mijn grootste droom is om een prof te worden”, vertelt Bodi. “Maar ja, wie wil dat niet?”

Bodi is al op jonge leeftijd begonnen met wielrennen. Hoe oud hij was, weet hij zelf niet eens meer. “Mam?”, klinkt het vervolgens. “Wanneer ben ik begonnen met wielrennen?” De vraag van Bodi aan zijn moeder zorgt voor een leuk verhaal. “Bodi is op zijn achtste begonnen met wielrennen”, vertelt moeder Nicky del Grosso. “Echter was hij hiervoor ook al bezeten van zijn fiets. Toen hij negen maanden oud was, kreeg hij zijn eerste fietsje. Als één van de eerste kinderen in Nederland had hij toen zo’n loopfietsje, waarmee hij door heel het dorp trok. Op een gegeven moment had hij ook een trekkerfietsje, waarmee hij, met zijn broertje achterop, verschillende straten langsging.” De jongen uit Eelde is dus niet weg te denken van zijn fiets. Zijn grootste hobby, waar hij ook nog eens ontzettend goed in is, voert hij al zijn hele leven lang uit. “Vriendinnen van mij zeggen wel eens: ‘Toen Bodi werd geboren, moest zijn fiets ook mee. Vandaar dat de bevalling zo zwaar was”, lacht Nicky.

De jonge wielrenner was niet gelijk helemaal gek op wielrennen. “Ik heb vele verschillende sporten gedaan”, lacht Bodi. “Op een gegeven moment, op mijn achtste dus, ben ik het wielrennen gaan proberen. Ik vond het heel erg leuk. Ik hoefde er niet persé goed in te zijn. Als ik er maar plezier in had. Dat was voor mij op dat moment het belangrijkste.” Na verloop van tijd werd Bodi beter en ging hij het wielrennen ook leuker vinden. “Op mijn veertiende ben ik toen wat hoger gaan rijden”, gaat Bodi verder. “Ik trainde op dat moment in Assen en ben toen ook al internationale wedstrijden gaan rijden. Dit heb ik enkele jaren gedaan totdat ik in 2018 naar een Belgische ploeg ging. Inmiddels ben ik weer geswitcht, maar zit nog steeds in België. Ik rijd nu voor de Spiderking Soenens.”

Naast het wielrennen, gaat Bodi ook ‘gewoon’ nog naar school. Iets wat best lastig is voor de jongen uit Eelde. “Ik ben door de vele koersen die ik heb soms weinig op school”, legt Bodi uit. “Ik zit in de vierde klas van de havo op het Werkman College, waarbij topsport en school gecombineerd worden. Het wordt in die zin gecombineerd dat er rekening wordt gehouden met afwezigheid. Ik krijg bijvoorbeeld ‘vrij’ voor wedstrijden en trainingen, maar ik moet de toetsen natuurlijk wel maken. Dat betekent dat ik, na een zware training of wedstrijd, in de boeken moet duiken om te leren. Soms kan ik dat niet opbrengen. Maar ik vind school zelf ook heel belangrijk en wil ook een vervolgopleiding gaan doen. Want stel dat het met wielrennen niks meer wordt, dan moet ik wel een betaalde baan kunnen gaan vinden.”

Het sportieve dat Bodi in zich heeft, zit in de familie. “Mijn vader, Florian Schmidt, is een oud-triatlon topper”, vertelt de jonge wielrenner. “Hij heeft diverse triatlons in de regio gewonnen. Ook mijn moeder, die een Italiaanse achtergrond heeft, heeft aan vele triatlons meegedaan. Van beide heb ik het ‘wielrenbloed’ dus geërfd.” Maar ook Bodi zijn broertje en zusje zijn fanatiek sporters. “Mijn broertje fietst ook”, gaat de jongen uit Eelde verder. “Onlangs is hij eerste geworden op het NK veldrijden. Een hele goede prestatie. Mijn zusje hockeyt, maar ook zij kan goed wielrennen. Als zij zich hier meer voor zou inzetten, zou ze denk ik heel goed kunnen worden. Maar zij kiest voor hockey en dat is natuurlijk ook prima. Je moet doen wat je leuk vindt.”

Dat wielrennen een zware sport is, is wel bekend. Toch heeft Bodi er weinig moeite mee. “Op een gegeven moment men je eraan”, legt hij uit. “Je steekt er heel veel arbeid in, waardoor je lichaam zich ook ontwikkelt. En daarnaast vind ik het heerlijk om pijn te lijden. Het geeft zo’n fijn gevoel als je helemaal gesloopt bent na een wedstrijd. Een half uur lang rammen. Lekker trappen totdat je erbij neervalt. Dat vind ik misschien wel het leukste aan het hele wielrennen.” In zijn nog jonge carrière heeft Bodi vele wedstrijden mogen rijden, waarvan twaalf NK’s. “Mijn eerste NK was in 2010”, legt de wielrenner uit. “Ik heb verschillende medailles gehaald op de NK’s en werd in 2012 tweemaal eerste. Op zowel het NK veldrijden als het NK mountainbike haalde ik een gouden medaille.” Bij het afgelopen NK tijdrijden werd Bodi vierde. Een plek waar hij zeer tevreden mee was. “Ik had het totaal niet verwacht”, gaat de inwoner van Eelde verder. “Ik had nog niet een al te best seizoen, waardoor ik vrij nuchter aan de start stond. Ik reed vervolgens behoorlijk goed, wat me dus een vierde plaats opleverde. Uiteindelijk heb je dan wel een baalmomentje: net geen derde. Maar ik was tenslotte heel blij met mijn rit.

De mooiste wedstrijd die Bodi tot dusverre heeft gereden, is op de Parijs-Roubaix. “De gehele entourage is werkelijk schitterend”, legt hij uit. “Alles eromheen en de historie zorgt voor ontzettend veel adrenaline. Het is prachtig dat ik deze koers afgelopen jaar heb mogen rijden en ik hoop dit ook nog vaak te mogen doen. Het winnen van deze koers zou ook echt een geweldige euforie bij mij opleveren.” Ook volgend jaar mag Bodi de Parijs-Roubaix weer rijden. De komende tijd zijn de koersen voor de jonge wielrenner voornamelijk in België, waarvoor hij ook diverse doelstellingen heeft bepaald. “Ik wil echt prijzen gaan rijden”, vertelt Bodi. “Een goeie koers winnen is daarnaast ook iets waar ik naar snak. De komende jaren wil ik mij goed blijven ontwikkelen, zodat ik later mijn geld kan verdienen met mijn hobby. Dat is wel echt mijn droom. Ik heb ontzettend veel over voor de sport. Ik hoop dat dat beloond wordt”.

UIT DE KRANT

Lees ook