‘We moeten meer op de trom slaan’

||
|| Foto: ||
Nieuws
Herman Beerda, voorzitter Scouting Vries
VRIES – Scouting Vries is een kleine, maar hechte vereniging, die mei volgend jaar 35 jaar bestaat. De vereniging heeft een wens: meer leiders. Voorzitter Herman Beerda over een club, die een beetje tussen wal en schip bivakkeert: het is geen sportclub, maar ook geen cultuurorganisatie. Een verhaal over ‘opkomsten’ en maatschappelijke betrokkenheid.
Even de historie, vermeld op de website. Scouting Vries is opgericht op 27 mei 1983 door Hendrik Jan Kuipers ,Geert Brands en Hermanus Roelof Snijders.  De groep startte met vier speltakken: welpen, kabouters, padvindsters en verkenners. Zij vonden onderdak in een verrijdbare schaftkeet op het terrein van het zwembad en kort daarna in de leegstaande melkfabriek (nu Agrifirm) aan de Tynaarlosestraat in Vries.  In de loop van 1984 werd het huidige terrein, naast de ijsbaan van Vries, door de gemeente ter beschikking gesteld. Het eerste onderkomen was een bruine keet. In 1988 werd voor de welpen een tweede keet geplaatst. Deze oranje keet is inmiddels gesloopt.  Vanaf dat moment was de groep ook gemengd en bestond uit Welpen en Scouts. In 1990 werd de RSA (her-)opgericht.
De vereniging is gevestigd op een typische locatie, weggestopt achter het zwembad.  Voorzitter Herman Beerda is geen echte Vriezenaar.  Beerda is geboren in Assen en heeft jaren in Groningen gewoond. “Ik heb de vrouw tussen deze plaatsen leren kennen. Ik heb nooit op scouting gezeten. Het komt door onze jongste dochter, die wel op scouting zit. Al vanaf haar vijfde.  Ja, dan kom je in aanraking met scouting. Ze hadden hup nodig en dan kom je vervolgens in het bestuur. Ik stond er helemaal blanco in. Toen was ik erg onder de indruk en dat ben ik nog steeds. Scouting  is geen sport, geen cultuur.  Het zit tussen wal en schip in, waardoor het ook niet altijd in aanmerking komt voor subsidies en dergelijke.  Kinderen genieten hier en bloeien op. Ook leren ze afspraken te maken. En het motto is: als het niet lukt, dan help ik je. In 2023 bestaat onze vereniging veertig jaar. Daar gaan we iets groots van maken. Van begin of aan is het een kleine vereniging gebleven. Er stond aanvankelijk een oud hok achter de ijsbaan. Op grond van de gemeente. Inzamelwerk en hypotheek hebben een nieuw gebouw opgeleverd, het ‘Ol Max Clubhoes’.”
“Kinderen zijn tegenwoordig verdeeld in drie groepen. Je hebt de Welpen (tot 12 jaar), dan de Scouts (van 12-16 jaar) en boven de 16 jaar ‘Rowan’s en Sherpas’s Afdeling’, kortweg RSA. Dat is de moeilijkste groep, want op deze leeftijd zien ze andere dingen in het leven. Maar de jongeren die blijven, gaan ook nooit meer weg.  Leden komen vrijwel allemaal uit Vries. We hebben een tekort aan leiding. Het moeten mensen zijn met scoutervaring. Scouting Nederland helpt met opleiding en verzekeringen. We hebben momenteel twintig welpen. Dat kan een luxeprobleem geven. Wanneer er nog meer welpen komen, zijn ook meer leiders nodig. Verder hebben we tien Scouts en twintig RSA. De oudste groep moet doorgroeien naar de leiding. Dat duurt een poosje”. Dat het een hechte club is, blijkt uit de dochter van Beerda, die in Leiden woont, maar elk weekend terugkomt voor de scouting. In scoutingland heet dit ‘opkomst’, zoals een training bij een sportclub. Vrijdag komen de RSA bijeen, op zaterdagochtend de welpen en in de middag de scouts. Eerst doen we gezamenlijk de opening, rond de vlag. Dan wordt de scoutingtekst voorgelezen. Vervolgens hebben we activiteiten. In de zomer zijn we dan buiten. We gaan samen op kamp, bouwen hutten, ontwerpen een parcours, maar doen ook aan koken. Momenteel zijn we veel binnen. Dan wordt er geknutseld. Het is heel leerzaam. Je leert een speurtocht uitzetten en overleven in de natuur. Hoe maak je een kampvuur of knopen. Het is vooral met elkaar. We hebben voor het merendeel kinderen met een rugzakje. Ze fleuren helemaal op, door de structuur en regels. De oudere groep moet een uitdaging hebben. Af en  toe organiseren ze een ‘hikes’, speurtocht. Er wordt dan een route uitgezet en dan moeten ze zien terug te komen in Vries. Dat is dan de uitdaging. Hoogtepunt is het Zomerkamp, afgelopen jaar gehouden in Beilen. Volgend jaar gaan we naar Duitsland. Zo’n kamp betekent: een week lang leuke dingen doen. We doen ook altijd mee aan het Noorder Pinksterkamp. Daar komen elk jaar drieduizend scouts samen. Onze leiding zijn dan ‘verbindingsmensen’”.  Zoals gezegd: de RSA’s hebben uitdaging nodig.  In 1990 werd de RSA (her-)opgericht. Na een intensief survivalprogramma in de Ardennen in 1991 won de RSA het jaar daarop het Noordelijk Pinksterkamp. Zij werden eerste in de categorie Algemeen en als “Zware Jongens” wonnen ze ook in de categorie Thema. Scouting Vries opende in 1993 daarom het Noordelijk Pinksterkamp.
Een van de tradities is de kerstopkomst.  “We mogen gebruik maken van de containers van het Kornoeljehof. In ruil maken we kerststukjes voor de bewoners. Die mensen zijn helemaal verwonderd. Ze vragen wat het kost. Als je dan zegt dat het gratis is, worden ze heel blij”. Scouting Vries is toch al actief in het dorp. Vlag hijsen bij Koningsdag, herdenking 4 mei, maar de laatste jaren ook de kofferbakverkoop (augustus) en wc-rollenactie in het voorjaar.  “De laatste tijd moeten we wat meer op de trom slaan. Meer reclame maken op scholen bijvoorbeeld. Want scouting is nog altijd niet zo bekend”.  Wat ook niet zo bekend is, is het bestuur. Naast Beerda bestaand uit  Jan Hoekstra, Kasper Tjapkes, Renger Molijn en Maron Dijkhuis. “Jan en mijn persoontje hebben de minste ervaring. Het echte werk is de ‘groepsraad’. Dat is een verzameling leidinggevenden, die elke tweede zaterdag van de maand een vergadering houdt, de zogenaamde ‘stamopkomst’. Nog altijd dragen scouts kostuums. Zo zijn alle welpen getooid in een groene blouse, de scouts zijn beige en RSA roodgekleurd. En de eigen clubdas, die elke vereniging heeft. Vries heeft er eentje met kornoelje-embleem. Daarnaast zijn er tal van insignes op het tenue gespeld. Sommigen hebben de hele arm vol. Samen zijn, samen doen. Dat is scouting. Ook prive gaan ze met elkaar om. Ons kent ons. Maar nieuwe mensen worden goed opgenomen. Het is niet: van wie ben jij er een?. Er wordt ook niet gepest. Het is vaak zo als er iets aangekondigd wordt, dat leden eerst terughoudend zijn. Maar als puntje bij paaltje komt, staan ze er allemaal. We doen het niet met de waterpas, het moet ook gezellig zijn”.  Terug naar de trom. “We zijn van plan bedrijven op het bedrijventerrein uit te nodigen. Voor steun. Voor het hutten bouwen moeten we namelijk zelf het hout kopen. De lange palen zijn wat gammelig, daarvoor moeten we nieuwe kopen. Brandhout krijgen we wel eens. En we zijn op zoek naar een verwarmingsketel.  In ruil mogen ze een keer een outdoortraining volgen. Een uitje voor het personeel. Wij vinden dat we een verplichting hebben naar de samenleving, dat is ook de aard van scouting.”
||
||

UIT DE KRANT