De gemeente Tynaarlo in de Tweede Wereldoorlog: Tynaarlo

|||||
||||| Foto: |||||
algemeen de krant van tynaarlo

‘Tynaarlose vader en zoon in het verzet in de Tweede Wereldoorlog’


De pianofabriek van de firma Hahn met onder andere de lange loods. Op de voorgrond het station Vries – Zuidlaren. Rechts tussen de bomen de villa Fenix.


TYNAARLO – Op 17 mei 1944 wordt, door de knokploeg van een Groningse verzetsgroep, een overval gepleegd op offsetdrukkerij Hoitsema in de Tuinbouwstraat in Groningen. In deze drukkerij, een filiaal van Joh. Enschede en Zn., worden distributiestamkaarten en distributiebonnen gedrukt. Het gaat het verzet om die bonnen. Iedereen die in 1944 in Nederland eten wil kopen moet daarvoor bonnen inleveren. Per persoon krijg je maar een beperkt aantal bonnen, net genoeg voor jezelf. Om aan eten te komen voor de mensen die ondergedoken zijn, moeten er dus ook bonnen ingeleverd worden en om daaraan te komen worden overvallen gepleegd, zoals deze. De overval slaagt wonderwel en drie verzetsmensen rijden met 133.450 bonnen in een DKW van Groningen naar het zuiden. Deze 133.450 bonnen is het hoogste aantal door het verzet buitgemaakte bonnen in de Tweede Wereldoorlog. De chauffeur van de DKW is Gepko (Sep) Hahn, de oudste zoon van pianofabrikant Albertus Hahn uit Tynaarlo.


In Tynaarlo worden vanaf 1923 piano’s gebouwd in een fabriek, bijna  recht tegenover de ingang van het spoorwegstation Vries – Zuidlaren. De plek is goed gekozen, want de gefabriceerde piano’s kunnen per spoor naar hun bestemming vervoerd worden. De eigenaar van de fabriek is Albertus Hahn, geboren 12 september 1885 en vanaf 1905 leverancier, stemmer en reparateur van piano’s in Groningen. In 1919 begint hij op kleine schaal zelf piano’s te produceren en als dat succesvol is, wordt de fabriek in Tynaarlo gebouwd. De firma levert een goed product en weet, ondanks de economische crisis in Nederland in de dertiger jaren, het hoofd boven water te houden. Tijdens de Duitse bezetting worden de eerste jaren nog op beperkte schaal piano’s geproduceerd, maar materiaalgebrek maakt de productie na 1943 nagenoeg onmogelijk. Het gezin Hahn woont naast de fabriek in een, in 1928 gebouwde villa, genaamd Fenix, een profetische naam, want in 1932 brandt het huis af. Het wordt een jaar later weer opgebouwd. De eerste maanden van de Duitse bezetting komen kleine groepen mensen bij elkaar op geheime plaatsen. Ze bespreken het oorlogsnieuws, bieden elkaar troost en lezen gezamenlijk illegale kranten, zoals Trouw, Het Parool of Vrij Nederland. Zo’n geheime plaats van samenkomst is de pianofabriek van de firma Hahn.


Albertus Hahn doet nog veel meer dan ruimte beschikbaar stellen. Er worden Joden, die willen onderduiken, geholpen en ook de zeven spoorwegstakers, die aan het station Vries – Zuidlaren verbonden zijn, krijgen hulp bij het onderduiken. Ook op andere terreinen is Albertus Hahn illegaal bezig geweest, onder meer met het verstoppen van de familiepapieren van een Joodse familie in Adderhorst, het huis van de familie Van Veldhuizen.


Gepko Hahn rijdt in de late avond van 17 mei 1944 met de DKW naar Dennenoord in Zuidlaren. Daar wordt de buit in drie delen verdeeld. Een derde gaat naar het verzet in Groningen, voor de onderduikers daar, een derde blijft in Zuidlaren voor het Drentse verzet en een derde gaat mee naar Tynaarlo en wordt in de pianofabriek verstopt. De volgende dag worden de bonnen voor boter en meel uit de vellen met bonnen geknipt.


Via illegale kanalen wordt daar 500 kilo boter en vele honderden kilo’s meel voor gekocht en voor onderduikers in het hele land gebruikt. De overige bonnen worden verbrand om elk spoor van de overval weg te werken.


Kort na de overval wordt Gepko, door de Sicherheitsdienst (SD) gearresteerd.  Het blijkt dat zijn verzetsgroep is verraden. Na onmenselijke mishandelingen, moet hij geboeid in een auto met de SD rondrijden en aanwijzen waar zijn medewerkers wonen. Murw geslagen wijst hij in Zuidlaren een woning aan, waar iemand van het verzet gewoond heeft, maar zoals Gepko weet, allang ondergedoken is. Hij wordt daarna overgebracht naar het concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg, waar hij in maart 1945 overleden is.


Na de arrestatie van Gepko Hahn valt de verdenking ook op zijn vader. Onderzoek van de fabriek eind september 1944, levert bewijzen op dat Albertus Hahn de spoorwegstakers heeft geholpen. De fabriek wordt volledig leeggehaald en alles wordt vernield. Ook in de Villa Fenix wordt alles over hoop gehaald en vernield. Albertus Hahn is bij het onderzoek niet thuis of in de fabriek en moet worden gezocht. Pas op 4 december 1944 wordt hij, na een felle klopjacht, in Groningen gearresteerd. Hij wordt beestachtig mishandeld, waarbij zijn ribben gebroken worden en hij herhaaldelijk bewusteloos raakt, maar hij vertelt zijn beulen niets en noemt geen enkele naam. Op 11 december zit hij opgesloten in het Huis van Bewaring in Assen. Bij de overval op deze gevangenis, in de vroege ochtend van 11 december 1944, willen de overvallers hem ook bevrijden, maar Hahn is bang dat de Duitsers dan zijn vrouw en kinderen iets aandoen en blijft achter. 16 januari 1945 gaat hij op transport naar Neuengamme, waar hij op 17 februari overlijdt.


De dochter, Trui, en de zoon, Joop, zijn ook in een kamp in Duitsland opgesloten, evenals de aanstaande schoonzoon Gerard Oosting. Deze laatste overleeft de oorlog niet, maar Trui en Joop komen terug naar Tynaarlo en vinden daar de weduwe van Albertus, hun moeder, Jantien Klaibeda, terug.  Die is evenwel door alle leed en ontberingen zo verzwakt, dat ze op 24 september 1946 overlijdt.


De beide kinderen Hahn gaan, met veel moeite, de fabriek nieuw leven inblazen. Daarbij moeten ze alles opnieuw ontdekken want alle werktekeningen ontbreken, ook die van de gietijzeren mallen van het snarensysteem. Maar het lukt en van 1949 tot 1966 worden jaarlijks tussen de 250 en 350 Hahn piano’s geproduceerd in Tynaarlo.


Deze tekst is samengesteld door Willem van der Meij (Foto: A.E. Brinkman). De overige foto’s zijn afkomstig uit het archief van de Historische Vereniging Tinaarlo.


Gegevens voor dit artikel komen met name uit het boek:


Tynaarlo, Drents dorp door de eeuwen heen.


Geschreven door Willem van der Meij, medisch-historicus en


secretaris van de Historische Vereniging Tinaarlo,


Uitgegeven door Uitgeverij Tara in Tynaarlo.


ISBN 9789080950207.


Het boek is te koop bij drogisterij Aldro, Dorpsstraat 26 in Tynaarlo,


of per email te bestellen bij de uitgever: uitgeverijtara@home.nl  



|||||
|||||
|||||
|||||
|||||

UIT DE KRANT

Lees ook