Kleintje Cultuur – Carl Slotboom – Operazanger

Afbeelding
kleintje cultuur

“Ik zal altijd een operazanger blijven”


ZUIDLAREN/MEDEMBLIK – De Krant van Tynaarlo ontvangt geregeld een verzoek van mensen die graag een bijdrage aan de mooiste krant uit de regio willen leveren. Onlangs valt er een bericht van schrijver Carl Slotboom uit Medemblik in onze digitale brievenbus. Hij schrijft de laatste tijd veel verhaaltjes over de plek waar hij samen met zijn vrouw ontzettend graag komt: Zuidlaren. Een terugkerende bijdrage blijkt geen optie, maar zijn werk uitlichten in de rubriek Kleintje Cultuur kan natuurlijk altijd. “Aankomende donderdag zijn we weer in ons tweede huisje aan de Tienelsweg in Zuidlaren. Mijn vrouw en ik ontvangen je daar graag”, laat hij weten. Tijdens het gesprek blijkt hij niet alleen een schrijver, maar ook operazanger, regisseur en toneelstukbedenker te zijn. Een manusje van alles dus, die zijn creativiteit op allerlei manieren de vrije loop laat.


Aan het eind van de donderdagmiddag komen we aan bij de voormalige stacaravan van de Slotboompjes. Het is inmiddels met prachtig hout omgetoverd tot heus chalet. Daarvoor zitten Anja en Carl Slotboom op hun gemakje te genieten van de rust, ruimte en natuur. Het stoeltje voor de journalist staat ook al klaar. Als Anja hem heeft voorzien van koffie en een aantal stroopwafeltjes steekt Slotboom van wal. “Wat is eigenlijk de bedoeling”, lacht hij. Als het een en ander uitgelegd is, brandt hij los: “Jarenlang ben ik operazanger geweest.” Slotboom schittert onder andere in de Hoofdstad Operette in Amsterdam en in het koor van de Nederlandse Opera. Vanwege een rugafwijking mag hij niet meer zo lang op het toneel staan en dus moet hij met zijn passie stoppen. “Tijdens mijn carrière heb ik veel in het buitenland gezongen. Zo hebben we bijvoorbeeld in Duitsland en Oostenrijk gewoond en ik heb mijn studie afgemaakt aan het conservatorium van Wenen”, vertelt Slotboom.


Na zijn zangcarrière rolt hij in het theatervak. Hij wordt regisseur, richt zich eerst operetteverenigingen en musicals, waarna hij terechtkomt bij toneelverenigingen. “Ik heb een aantal toneelstukken bezocht en dat vond ik allemaal erg slap. Dat kon ik ook wel en nog beter ook”, legt Slotboom uit. Zo start hij in 1994 met het schrijven van toneelstukken. In totaal schrijft hij 85 toneelstukken en groeit hij uit tot de meest gespeelde auteur in de amateursegment. “Mijn toneelstukken zijn vertaald in het Duits, Engels, Fries en Gronings. Veel ervan worden in Duitsland gespeeld en de meest bekende is één van de reeks ‘Familie Bruinsma in de bocht’ met de titel ‘Groeten van de Veluwe’. Die wordt ieder jaar wel een keer gespeeld.”


Na zijn succes als toneelstukschrijver besluit hij op een gegeven moment korte verhaaltjes te schrijven: “Ik vond twee oude verhaaltje terug tijdens het opruimen van mijn computer. Die had ik geschreven in de jaren tachtig.” Hij zet ze op Facebook en ontvangt een stortvloed aan reacties. Inmiddels zijn er zo’n tachtig dergelijke, ‘Simon Carmiggelt-achtige’ verhaaltjes op zijn website te lezen. Het Slotboomsausje die hij erover giet zit hem in de scherpe humor en dat zit in al zijn werk: “Als je een Slotboom speelt of leest, dan wordt er altijd gelachen.” Naast de verhaaltjes schrijft hij tevens twee romans, waarvan ‘De man die zich mijn vader noemde’ wordt genomineerd voor de AKO Nieuwe Schrijversprijs. Op de vraag welke titel de beste man boven het stuk in de Krant van Tynaarlo moet krijgen, valt hij terug op zijn oude liefde. “Ik zal altijd een operazanger blijven. Dat is een gave, waarvoor ik nog altijd dankbaar ben. Ik zing de hele dag en als ik ’s nachts naar het toilet ga, dan neurie ik een liedje. Soms word ik er zelf ook wel eens gek van”, lacht de sympathieke Slotboom.  Alle verhaaltjes zijn op de website van Slotboom te lezen en hij denkt nog lang niet aan stoppen: “Tja, die creativiteit moet er toch uit.” Of dat nou in een verhaaltje of een toneelstuk is. Dat kunnen we wel aan de expert overlaten. 

UIT DE KRANT