“Een Vriezenaar staat middenin de gemeenschap”

Afbeelding
algemeen de krant van tynaarlo

Rieks Baalmans legt uit wat een echte Vriezenaar is


VRIES – Op de dag van zijn negenenzeventigste verjaardag breekt het coronavirus uit in Nederland. De uitnodigingen die hij voor zijn verjaardag heeft verzonden, kunnen in de prullenbak. Een groot feest zit er niet in. Rieks Baalmans is bijna tachtig jaar geleden geboren in Winschoten, maar woont al meer dan een halve eeuw in Vries. Iedereen in Vries kent hem dan ook wel. Als het niet van de brandweer is, dan is het wel van de Dickens kerstmarkt of de stichting Behoud Dorpskerk Vries. Oudere leden van de Vriezer bevolking zouden hem nog kunnen kennen van zijn werkzaamheden voor de voormalige gemeente Vries. Baalmans mag met recht een echte Vriezenaar genoemd worden.


Geen feest dus ter ere van Rieks’ verjaardag afgelopen maart, maar dat vindt hij niet erg. Hij schikt zich in de situatie, haalt zijn schouders op en geniet van zijn vrouw en hun ruime tuin. Dat de Dickens kerstmarkt geen doorgang kan vinden, dat is veel erger. “Die kerstmarkt is mij heilig”, vertelt hij in gesprek met de Krant van Tynaarlo. Tien jaar geleden staat hij aan de wieg van de Dickens kerstmarkt in Vries. Samen met Wessel Rona zijn ze de drijvende krachten achter het grote evenement dat als opwarmertje dient voor kerst. Ze hebben ter voorbereiding zelfs het dorp helemaal in miniatuur nagebouwd. De week voor de kerstmarkt zitten ze samen in de kelder van Brink 10 hun kerstmarkt op te bouwen. Als kinderen die aan een legoproject werken. “De situatie is natuurlijk een beetje sneu allemaal. Het ligt helemaal op z’n kont.”


En dat is lastig voor Baalmans. Hij is iemand die geregeld spontaan bij de biljarters binnenstapt, de kroeg bezoekt of ergens een kopje koffie drinkt. Dankzij zijn onvermoeibare inzet voor het brandweerkorps in Vries en zijn werkzaamheden bij de gemeente komt hij overal over de vloer. Daardoor heeft hij een bijzonder sterk sociaal netwerk opgebouwd. “Ja, je komt in die jaren natuurlijk veel mensen tegen. Je leert er ook een hoop kennen. Dan is een praatje of babbeltje gauw gemaakt”, vertelt de sympathieke Vriezenaar.


Allereerst blikt hij terug op zijn periode als ambtenaar en dat levert een mooie anekdote op uit ‘die goede oude tijd’: “Ik weet nog wel dat aannemer Geerts uit Zeijen op het gemeentehuis kwam. Hij had een sigarendoosje in zijn hand: ‘Sigaar Baalmans?’ Ja, dat doen we. Vervolgens zei hij dat hij een garage moest bouwen. Ik vroeg hem naar tekeningen en dergelijke, waarop hij het sigarendoosje omdraaide. Zo moest het worden. Had hij een schets gemaakt achterop het doosje. Zo ging dat en die garage kwam er. Prachtig.” Baalmans vult het verhaal aan met een avontuur bij een boer: “Ik kwam daar voor de hinderwetvergunning. Waarop hij zei: ‘Rieks, denk jij dat mijn koeien meer melk gaan geven met een hinderwetvergunning? Ik denk het niet hè. Waarom zou ik dan zo’n vergunning nemen?’ Haha, dat soort dingen vergeet je niet meer.” Het werk doet hij uiteindelijk vijfentwintig jaar met veel plezier. Door zijn baas bij de gemeente, de gemeentearchitect Arjan Wassenaar, wordt hij gevraagd om zich bij de brandweer te voegen. Een schot in de roos: “Ik heb altijd vreselijk veel plezier gehad bij de brandweer. Destijds was het een gezellige groep, die op de zaterdagmiddag geregeld gezamenlijk een biertje ging drinken op de kazerne. Dat doe ik af en toe nog wel.”


Als gevraagd wordt naar wat een échte Vriezenaar kenmerkt, moet Baalmans even nadenken: “Dat is een goede. Een echte Vriezenaar is iemand die middenin de gemeenschap staat. Iemand die lid is van meerdere plaatselijke verenigingen of deze op andere manieren ondersteunt.” Waarop hij op de centrale rol van VAKO in het dorp komt. “Ik ben zelf nooit lid geweest van VAKO, wel donateur. Mijn beide jongens, Bas en Mike, zijn natuurlijk wel lid van de club. VAKO houdt Vries naar mijn mening staande.” Als Baalmans om verduidelijking wordt gevraagd, geeft hij een simpel voorbeeld: “Kijk maar, ik denk dat tachtig of negentig procent van de jonge jongens in Vries voetballen bij VAKO.”


Het sportpark van VAKO is vernoemd naar voormalig burgemeester Fielliettaz Goethart. Baalmans’ gedachten dwalen af naar de bijzondere momenten met Goethart: “Als je in die tijd solliciteerde bij de gemeente Vries vroeg hij altijd of de sollicitant ook voetbalde. Zo niet, dan kon je die baan wel op je buik schrijven.” Vervolgens wijdt hij uit over nog een bekende Vriezenaar. Eén die het dorp onlangs is ontvallen: Ubel Tolner. “Op Ubel kon je bouwen. Daar hebben we overigens bij de brandweer heel veel aan gehad. Hij was gek van de brandweer, maar kon het werk zelf niet doen vanwege zijn kroeg. Kwamen wij terug van een brand, dan stond Ubel altijd klaar met een hapje en een drankje. Dat deed hij gewoon. Een prachtkerel.”


Inmiddels is Baalmans bijna twintig jaar gepensioneerd. In die tijd is er veel veranderd. De saamhorigheid in het dorp is verminderd. “Dat komt omdat er toch veel meer import in Vries is komen wonen. Velen krijgen te weinig mee van het dorp. Bovendien is er in die twintig jaar dat ik met pensioen ben geen steen gestapeld. Er is niets meer gebouwd. Dat is misschien wel wat mij het meeste stoort. Dat is tevens de dooddoener voor veel verenigingen en dat is ongelooflijk zonde.”


Ondanks dat is Baalmans een gelukkig mens. Ze maken hem de kachel niet aan: “Ik geniet met volle teugen. Mijn beide jongens wonen met hun gezinnen hier in het dorp. Dat is me veel waard.” Als gevraagd wordt hoe hij Vries zou omschrijven, vertelt hij: “Vroeger had je suikerzakjes. Op die in het gemeentehuis stond altijd: ‘Vries voor buiten wonen’. Ik denk dat dat nog steeds zo is. Je hebt twee grote steden op fietsafstand en je woont middenin de natuur. Het is een ideaal woonoord en ik hoop dat ik hier nog lang mag wonen.”


Dat is niet de enige wens die Baalmans koestert. De afgelaste kerstmarkt zit hem hoog: “Tien jaar geleden hebben wij dit evenement in de benen geholpen. Ik hoop dat ik dat nog een keer als Dickens mag meemaken.“ Voor de foto grijpt hij in ieder geval zijn kans. Hij verlaat het interviewtoneel om zich te verkleden. Binnen twee minuten tovert de Vriezenaar zichzelf om in Dickens en staat hij lachend voor de lens. Held.

UIT DE KRANT