Bernhard van Loon gaat door tot het af is CHAPEAU: ik maak heel veel verschillende versies van hetzelfde ontwerp

Afbeelding
kleintje cultuur

ZUIDLAARDERVEEN - Zachte klassieke muziek zweeft door de keuken van Bernhard van Loon, terwijl de regen tegen de ramen tikt. Op de keukentafel heeft hij een dwarsdoorsnede van zijn werk uitgestald. Tekeningen, schilderijen en gedichtenbundels bedekken de houten tafel. “Ik vind inspiratie in mijn innerlijk, mijn eigen geschiedenis, dingen die ik heb meegemaakt en me geraakt hebben.”

Om het beter uit te leggen staat hij op van tafel en loopt de trap naar zolder op. Even later is hij terug met twee tekeningen. “Ik werd geïnspireerd door de vorm van een teckel, daar ging ik mee aan de slag.” Hij spreidt de tekeningen uit en wijst naar de bovenste. “Dit is de eerste versie. Ik was er niet tevreden mee, maar de vorm greep me wel. Ik heb een aantal verschillende versies gemaakt, uiteindelijk kwam ik tot een ‘visteckel’. Een soort overgangsdier.” De vorm van de oorspronkelijke hond is in het laatste werk terug te zien, nu voorzien van schubben, vinnen en een vissenstaart.

Over de vraag waarom de ene tekening voor hem wel ‘werkt’ en de ander niet moet hij nadenken. “Het heeft het of het heeft het niet, dat is moeilijk om in woorden uit te leggen. Ik werk heel intuïtief, ik maak heel veel verschillende versies van hetzelfde ontwerp. Uiteindelijk gooi ik 9 van de 10 weg, de 10e heeft dan iets waardoor ik hem geslaagd vind.” Terwijl hij peinzend naar de teckelvis kijkt vervolgt hij: “Het kost veel papier, maar ik ga door tot ik de essentie van het ontwerp heb bereikt.”

Van Loon werkt graag samen met andere kunstenaars. “Het is soms wel lastig, kunstenaars zijn vaak eigenwijs. Het is heel mooi om uiteindelijk samen een project op te zetten waar iedereen achterstaat. Het is leuk om met verschillende disciplines te werken. Ik treed bijvoorbeeld op met Klaas Bil. Hij maakt muziek, ik draag daarbij mijn gedichten voor. Dat werkt heel goed, door muziek te combineren met poëzie wordt het een concert. Dat maakt het voor mensen ook beter verteerbaar.”

Voor zijn inspiratie kijkt Van Loon naar de wereld om hem heen, vooral naar de natuur. Dat is niet het enige waar hij ideeën uit put. “Mijn jeugd is heel belangrijk in mijn werk.” Hij pakt een witte map van tafel en slaat hem open. Na even bladeren vindt hij de pagina die hij zoekt. Hij wijst naar een gedicht dat hij maakte over koeien. “Als klein kind woonde we aan de rand van Rotterdam, naast de weilanden. De knecht van de boer liep met de koeien langs de dijk, ik mocht met hem mee. Als kind van 3 zijn koeien enorm, ik heb toen een groot ontzag voor koeien gekregen.” 

Uit de map leest hij voor: “‘s Nachts droomde ik dan, dat ik onder hun geweldige buik mocht hangen en nooit, nee nooit, zou worden vertrapt.” Hij legt uit wat hij hiermee bedoelt: “Koeien staan sindsdien symbool voor geborgenheid en vertrouwen in het leven.”

Zijn strenge, gereformeerde opvoeding speelt ook een belangrijke rol in zijn werk. “Ondanks dat ik me er aan ontworsteld heb, komt het toch nog vaak terug.” Hij staat opnieuw op en loopt naar een kast, na een moment is hij terug met een boekje. “Ik heb een groter boek, daarin schrijf ik gedachten en ideeën op. Daarna werk ik ze uit in dit boekje.” Na even bladeren vindt hij het gedicht dat hij zoekt: het gedicht heet‘Overweging’. Hij schrijft: “Om een christelijk en banaal leven / van wat poëzie te voorzien / droeg mijn moeder zelfgemaakte jurken / met grote bloemen misschien.”

UIT DE KRANT