Kleintje Cultuur - Erik van Ommen

Afbeelding
kleintje cultuur

Kunstenaar


“Des te meer technieken je beheerst, des te meer manieren heb je om je uit te drukken”


VRIES – Zo rond de eeuwwisseling wordt de drang naar creativiteit alsmaar groter. Het doet Erik van Ommen besluiten zijn parttime baan aan de Rijksuniversiteit Groningen te beëindigen om zich volledig te storten op het beroepsmatig beoefenen van beeldende kunst.  Nog steeds werkt hij iedere dag hard in zijn atelier aan de Brink in Vries. Van half acht tot ergens in de avond. Minimaal zes dagen in de week. Hij heeft wel één voordeel: “Het is mijn passie. Dat maakt het wel ietsje makkelijker.”


Van Ommen wordt geboren op de Veluwe, in Epe. Zijn jeugd spendeert hij in Zwolle, zijn studententijd brengt hij door in Groningen. De stad spreekt hem aan en dus blijft hij er tot twaalf jaar geleden wonen. Dan betrekt hij samen met zijn vrouw een prachtig pand aan de Brink in Vries. Hij woont niet alleen in een schitterend huis, maar ook zijn atelier mag er zijn. Van Ommen heeft niets te klagen over gebrek aan ruimte, maar dat heeft een reden: “Ik heb deze ruimte nodig om mijn werk te kunnen doen. Er zijn kunstenaars die heel klein werken, maar ik werk heel groot. Dat is een bewuste keuze.” Soms zit hij in de deuropening van zijn atelier en schildert hij wat er voorbijkomt.


In zijn brein is een constant proces aan de gang. Elk nieuw werk, levert nieuwe inzichten en ideeën op. Het is een trein dat alsmaar doordendert. Aan de noodrem trekken, kan hij niet: “Nee, daar zit geen mechanisme in. Dat gaat gewoon door.” Dankzij die continue inspiratiestroom, heeft Van Ommen het beredruk. Schetsen liggen soms maanden in de hoek, om vervolgens uitgewerkt te worden op een donkere donderdagavond.


De natuur intrigeert hem, maar met name vogels. Hij specialiseert zich als het ware in het tekenen en schilderen van vogels en landschappen. Dat brengt hem overigens op diverse plekken over de hele wereld: “Ik ben ben ik een maand in Japan geweest als ‘artist in residence’.” Dat zijn programma’s die worden opgezet door culturele instellingen, waarin kunstenaars uitgenodigd wordt om een locatie te betrekken buiten hun bekende omgeving met als doel nieuw werk te creëren, onderzoek te doen of tentoonstellingen voor te bereiden. “In Japan heb ik kinderen, studenten en ouderen geleerd hoe je vogels tekent. Hoe dat ging? Met handen en voeten.”


Van Ommen heeft geen verklaring voor het feit dat zijn werk zo wordt gewaardeerd: “Heel veel mensen herkennen mijn werk. Ik weet niet zo goed hoe dat komt, maar wat ik wel altijd doe is dat ik op zoek ga naar het karakter van hetgeen dat ik teken. Ik zoek het persoonlijke in de vogel.” Die onophoudelijke passie voor vogels, natuur en kunst brengt hem niet alleen in Japan. Dat is namelijk niet het enige ‘artist in residence’-avontuur die de inwoner van Vries aangaat. Zo zit hij twee maanden op Spitsbergen: “Ik ben twee jaar bezig geweest om alles uit te werken wat ik daar heb gezien.” Uiteindelijk verschijnt daarvan een boek genaamd ‘Spitsbergen’. Een naslagwerk waar hij met gepaste trots op terugkijkt. Bovendien staat er nog een plaats op zijn verlanglijstje waar hij graag naartoe zou gaan: “Ik zou graag nog eens naar Patagonië willen.”


Die reis lijkt en kwestie van tijd. Al is met de uitbraak van het coronavirus niets met zekerheid te zeggen. In tussentijd verrijkt hij zijn gereedschapskist met nieuwe technieken. “Olieverf,  penseeltekeningen, houtsnijden. Ik beschik over een eigen etspers, dus ik heb voldoende om handen. Des te meer technieken je beheerst, des te meer manieren heb je om je uit te drukken.” Het is geen wonder dat hij aldoor bezig blijft. Om niet teveel beperkt te blijven tot zijn atelier, heeft hij één afspraak met zichzelf gemaakt. Eén dag per week mag hij buiten werken. : “Het geeft mij het gevoel dat ik dichterbij ben. Ik werk ook niet vanuit foto’s. Dat blijft me teveel aan het oppervlak.” Hetgeen wat hij het liefst doet. Met zijn telescoop in de natuur, oneindig turend in het landschap of naar een prachtige paradijsvogel. Over passie gesproken.

UIT DE KRANT